Leçon 8 - Chapitre 3 - 3H - Het persoonlijk vnm als lijdend voorwerp

Programme d'aujourd'hui 
  • Instruction: Grammaire
  • Exercices Grammaire H (exercices 29 à 32 page 120 à 123) 
Les objectifs:
een zin eenvoudiger maken door een persoon of ding te vervangen door het juiste persoonlijk vnm (om herhaling te voorkomen) 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Programme d'aujourd'hui 
  • Instruction: Grammaire
  • Exercices Grammaire H (exercices 29 à 32 page 120 à 123) 
Les objectifs:
een zin eenvoudiger maken door een persoon of ding te vervangen door het juiste persoonlijk vnm (om herhaling te voorkomen) 

Slide 1 - Slide

Wat is een lijdend voorwerp in het NL?

Slide 2 - Mind map

Een lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp is degene die of datgene wat de werking van het werkwoord direct ondergaat
Een andere naam voor het lijdend voorwerp is daarom direct object

In bijvoorbeeld ‘Ik koop een fiets’ 
Een fiets is het lijdend voorwerp. 
Wat koop ik? Een fiets

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Mind map

Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp 

In het Frans kun je het lijdend voorwerp in een zin vervangen. Dat doe je met de woorden le, la, les of l'
Dat doe je om de herhaling de voorkomen. 



Chloé rencontre Romain. - Chloé ontmoet Romain.
Elle rencontre Romain au cinéma - Zij ontmoet Romain in de bioscoop.
>>> Elle le rencontre au cinéma >>> Zij ontmoet hem in de bioscoop. 

Slide 5 - Slide

Attention!
Waar staat het persoonlijk voornaamwoord in de zin?
Je choisis l'hôtel            > Je le choisis
J'ai choisis le camping > Je l'ai choisi
Je vais choisir l'hôtel > Je vais le choisir

Slide 6 - Slide

Attention!
Het persoonlijk voornaamwoord staat meestaal voor het persoonsvorm. Maar als er een hele ww in de zin staat, komt le / la/ les / l' voor het hele ww


Je choisis l'hôtel            > Je le choisis
J'ai choisis le camping > Je l'ai choisi
Je vais choisir l'hôtel > Je vais le choisir

Slide 7 - Slide

le 
les 
l' 
l' 
la
les

Slide 8 - Drag question

Maxime adore
les chiens
A
mnl enk
B
vrl enk
C
meervoud

Slide 9 - Quiz

Maxime adore les chiens.

(door welke persoonlijk vnw moet je het lijdend voorwerp vervangen?)
A
Maxime la adore
B
Maxime l'adore
C
Maxime le adore
D
Maxime les adore

Slide 10 - Quiz

Je visite
la Tour Eiffel
A
mnl enk
B
vrl enk
C
meervoud

Slide 11 - Quiz

Je visite la Tour Eiffel

(door welke persoonlijk vnw moet je het lijdend voorwerp vervangen?)
A
Je la visite
B
Je l' visite
C
Je le visite
D
Je les visite

Slide 12 - Quiz



A
Je l'ai choisi
B
Je le ai choisi
C
Le j'ai choisi
D
Je la ai choisi

Slide 13 - Quiz