Blok 4 jaar 1: les 2 voeding

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom 

Les 2

Basis veevoeding & 

bewaring

Vandaag

Terugkijk op vorige week

Voeranalyse & behoefte

Belangrijke voedermiddelen

Modules rundveevoeding H3.1 & 3.2 + H4

Welke 4 magen heeft een koe?

Wat doet de lebmaag?

Ruwvoer

Weende analyse

Voer onderverdeling

D.S. / water

D.S. = Droge stof

Altijd deel D.S. en water

40% D.S. = 60 % water

Waterbehoefte koe groot 

melk vraagt veel vocht

Ruw as

Ruwe organische stof

Mineralen & zand/grond

1e gewenst, 2e niet

Is te voorkomen

Ruwe celstof

Eigenlijk de prik

Alle deeltjes langer dan 0,6 cm geeft prik, wenselijk 4cm

NDF, ADF en ADL

Wat is VOC?

1. Voeropname coefficient
2. Voeropname capaciteit
3. Een bedrijf uit de gouden eeuw

VOC

Hoeveel een koe kan vreten in kg d.s.

VOC hoogproductieve koe:

+/- 20 kg d.s.

Invloed o.a.: smaak, vreettijd, gezondheid, volume voer

Ruwvoeders

Gras

Eiwitbron

Invloed kwaliteit: bemesting, groeiomstandigheden, groeistadium

Voorjaar

Zomer

Najaar

Eiwitrijk

Energierijk

Eiwitarm

Energierijk

Eiwitrijk

Energiearm

Graskuil

Voordrogen

Namiddag maaien > + suiker

Melkzuur nodig voor conserv.

Azijnzuur broeiremmer

Gewenste d.s. = 35 - 45 %

Waarom maïs?

Snijmaïskuil

Ideale d.s. = 36%

Korrel: harddeegrijp

Energievorm in rantsoen

Zetmeel op darmniveau best benutbaar

Behoud kwaliteit

Huiswerk

Modules:

lerenoverveehouderij.nl 

Rundveevoeding H3.1 & 3.2

Rundveevoeding H4

Maken lijst met afkortingen