Ondersteuning mentoruur - gth1g

Ondersteuning
Blaadje en pen op tafel
Meeschrijven/oefenen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ondersteuning
Blaadje en pen op tafel
Meeschrijven/oefenen

Slide 1 - Slide

s = v * t
v = s / t
t = s / v

s = afstand (in m of km)
v = snelheid (in km/uur of m/s)
t = tijd (in seconde of uren)


Slide 2 - Slide

Voorbeeldsom
s= 12 km; t = 0,8 h; bereken v in m/s 

1. Eerst omrekenen
s = 12 km = 12000 m
t = 0,8 h = 0,8 * 60 * 60 = 2880 s
2. Noteer formule en ga daarna invullen
v = s / t = 12000/2880 = 4,2 m/s

Slide 3 - Slide

Oefenen
1. t=15s; s=80m; v=...m/s
2. t=80min; v=25 km/h; s=....m
3. v=30m/s; t=15min; s=......m
4. v=50 km/u; t=1 uur; s=....km

Uitwerkingen die volgende slide
timer
7:00

Slide 4 - Slide

Uitwerkingen
1. t=15s; s=80m; v=....m/s
v=s/t=80m/15s=5,3 m/s
2. t=80min; v=25 km/h; s=....m
t=80min*60=4800s dus    v=25/3,6=6,94m/s
s=v.t=6,94.4800=33333m
3. v=30m/s; t=15min; s=......m
t=15.60=900s dus s=v.t=30.900=27000m

Slide 5 - Slide

Vooruitblik
Een parabool kan een top hebben of een dal.

Dit noemen we een berg  parabool of een dal parabool.

Slide 6 - Slide

Parabool

Slide 7 - Slide

y = 0,5+ 1

Tabel 7 punten



Grafiek 
Parabool 
y = x² - 1
Tabel 3 punten ( 1 controle)



Grafiek 
Lijn
Lineaire formule
Kwadratische formule

Slide 8 - Slide

Kijk of je het nog weet hoe je een parabool maakt?
Maak deze opgave alvast!

Slide 9 - Slide

Rekenen met letters

Slide 10 - Slide

6.4: rekenen met letters

Slide 11 - Slide

Trillingstijd en frequentie

f = frequentie
T = trillingstijd
1 = het getal 1

Slide 12 - Slide

Trillingstijd
''De tijd die 1 trilling duurt''




Bereken uit deze afbeelding de trillingstijd.
Bereken nu de frequentie.

Slide 13 - Slide

Wat als je de frequentie krijgt gegeven en de trillingstijd moet berekenen?


Bijvoorbeeld:
f = 20
T = ?
Bereken de trillingstijd.

Slide 14 - Slide

Wat als je de frequentie krijgt gegeven en de trillingstijd moet berekenen?


f = 20
T = ?
20 = 1 / T
T = 1/f
T = 1/20 = 0,05

Slide 15 - Slide

GELIJKNAMIGE BREUKEN
GELIJKNAMIGE BREUKEN zijn breuken met dezelfde NOEMER:

Je kunt deze gelijknamige breuken bij elkaar 
optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.              

De NOEMER blijft altijd gelijk!



Slide 16 - Slide

breuken optellen

Slide 17 - Slide

Wat moeilijker
Stappenplan breuken optellen of aftrekken
1. Gelijknamig maken
2. Tellers optellen of aftrekken (noemer blijft gelijk)
3. Vereenvoudigen

Slide 18 - Slide

Breuken vermenigvuldigen

Slide 19 - Slide

Percentages weergeven in diagrammen
Blauw
90
Groen
105
Oranje
30
Rood
75
1. Wat is het percentage blauw?
2. Wat is het percentage rood?

Slide 20 - Slide

Passé composé 
Wat is de passé composé? 
Hoe maak je de passé composé?

Slide 21 - Slide

de passé composé
de passé composé met avoir 
Ik heb geleerd
hebben ge.....

Slide 22 - Slide

Passé composé
J' (ik)
ai
dansé
Tu (jij)
as
dansé
Il/elle/on (hij/zij/wij)
a
dansé
nous (wij)
avons
dansé
Vous (jullie/u)
avez
dansé
Ils/elles (zij)
ont
dansé
Ik heb gedanst.
Verleden tijd: passé composé 

Slide 23 - Slide

Passé-composé
Passé composé van être & avoir

Slide 24 - Slide

Passé composé
J' (ik)
ai
parlé
Tu (jij)
as
parlé
Il/elle/on (hij/zij/men)
a
parlé
nous (wij)
avons
parlé
Vous (jullie/u)
avez
parlé
Ils/elles (zij)
ont
parlé
Ik heb gepraat
Verleden tijd: passé composé 

Slide 25 - Slide

Passé composé
Zet de volgende werkwoorden
in de passé composé.
1. je
avoir
2. tu
aimer
3. il
être
4. elle
faire
5. nous
être
6. vous
visiter
7. ils
préférer
8. elles
détester
timer
8:00

Slide 26 - Slide

Objectif:
Vragen = demander
Wijzen = indiquer
De weg = le chemin, la route



Slide 27 - Slide

7. Expressions weg vragen / weg wijzen

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide