Clase 8 'Repaso...'

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

Clase 8 'Repaso...'

¿Qué vamos a aprender?

• Unidad 4 'En la hostelería' 
• Repaso desde unidad 1 hasta unidad 4
• 13:00 - 13:15 Terugblik semanas pasadas... 
• 13:15 - 13:30  (repaso / herhaling) leer juntos
• 13:30 - 14:00 ¿Cómo se resonde?  Práctica de expresión oral / gespreksvaardigheid
• 14.10 - 14:40  Repaso los verbos / herhaling van de werkwoorden

•  14:40 - 15:00 Masculino - Femenino / Mannelijk - Vrouwelijk
• 15:00 - 15:45 Trabajar en tu propia presentación
• Opdrachten in het boek:
  Si tenemos tiempo extra (als we tijd over hebben)
  
  

Desde unidad 1: wat hebben we allemaal geleerd?

1. Voorstellen in het Spaans / Soy ... - Me llamo ... 
2. Begroeten / Hola, buenos días, buenas tardes, buenas noches, adiós ...
3. Hoe gaat het met iemand / ¿Qué tal?, ¿Cómo estás?
4. Vertellen over je familie / Sobre tu familia, tengo una hermana...(verbo: tener)
5. Vertellen over je woonplaats / Sobre tu ciudad o pueblo ...
6. Persoonlijke gegevens uitwisselen / Intercambio de datos personales
7. Eten en drinken / La comida 

Leer juntos / samen lezen

Página 210 en el libro

2.01, 2.02, 3.02, 3.05
Primero escuchar : eerst luisteren

Después leer juntos : daarna samen lezen
Nuestro objetivo: De uitspraak oefenen

¿Cómo se responde?

Oefening met ¿Cómo se responde?

1. Het rad wordt gedraaid
2. De docent stelt de vraag aan een student 
3. De student probeert antwoord (la respuesta) te geven
4. Denk aan begin en eind van een kort gesprekje:
   Bijvoorbeeld / Por ejemplo
   Hola (nombre)
   ¿Cómo se escribe tu nombre?
   ¿Puedes repetir? (kun je het herhalen?)
   ¡Muchas gracias!
   
   

Página 44 +45 (días de la semana)

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je deze namen vervangen?

Weet je nog?

Los verbos (repaso)

Reguliere werkwoorden in het Spaans eindigen op: - er, -ar, -ir

Página 205

Teams - opdracht deze week:

• Lever via Word 15 zinnen in, in het Spaans mét Nederlandse vertaling.
• Gebruik in elke zin één van de Spaanse werkwoorden zoals genoemd op pagina 205 t/m 208. 
• Voorbeeld: Hij geeft de voorkeur aan vroeg op de dag sporten. / El prefiere hacer deporte a primera hora del día.

Masculino / Femenino 

• Página ciento cuarenta y uno en
  el libro digital

Mannelijk / Masculino
El / Los / Un / Unos

Vrouwelijk / Femenino
La / Las / Una / Unas

La gata (de poes)

la mariposa (de vlinder)

el caballo (het paard)

Una mujer (een vrouw)

el tiempo (de tijd)

el puma (de poema)

el ayutamiento (het gemeentehuis)

la acción (de actie)

Los chicos (de jongens)

La persona (de persoon)

la ventana (het raam)

unos días (een paar dagen)

Tu presentación

Dia 1: Begroet het publiek en stel jezelf voor

Dia 2: Vertel hoe oud je bent en wanneer je bent geboren

Dia 3: Vertel over je gezin (broers/zussen/ouders)
Leeftijd en namen van hen...
Dia 4: Vertel waar en wat je studeert
Dia 5: Vertel waar je woont en waar je vandaan komt
Dia 6: Vertel hoe je woonplaats eruit ziet (tip unidad 2 en página 147)
Dia 7: Geef aan welk gerecht en drankje je lekker vindt in het Spaans en wat je absoluut niet lust ... 

Let op: Elke dia bevat een aantrekkelijke lay-out en minimaal 2 foto's

Si tenemos tiempo extra

Página 49
Leer el texto juntos
¿Verdad?

Combinamos la comida
Menukaart aflezen 4.03 en 4.06

La próxima semana:

- La clase digital / online les                    

- Unidad cuatro sobre 'la comida' afmaken

- La presentación sobre ti uitbreiden

- Repaso / herhaling  

- Empezamos con la unidad 5 / we beginnen met hoofdstuk 5

¡Muy bien trabajo chicos! Hard gewerkt jongens!