Taal quiz

Is dit plaatje kleurig?
A
Ja
B
Nee
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Is dit plaatje kleurig?
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quiz

Waar zien we?
A
B
C

Slide 2 - Quiz

Wat is een ander woord voor
het plaatje?
A
de afbeelding
B
het leesteken
C
de alinea

Slide 3 - Quiz

Wat betekent afwisselend?
A
iets is steeds hetzelfde, het is saai
B
iets is steeds anders, je verveelt je niet
C
iets is heel makkelijk

Slide 4 - Quiz

Iets in de pan of oven gaar laten worden
A
kneden
B
bakken
C
rijzen

Slide 5 - Quiz

Wat betekent ontwerpen
A
spullen in een kamer op de goede plek zetten
B
uitproberen of iets ergens past
C
iets bedenken en op papier tekenen

Slide 6 - Quiz

Wat betekent beschrijven?
A
precies vertellen hoe iets eruit ziet
B
luisteren naar wat iemand zegt
C
met een liniaal iets opmeten

Slide 7 - Quiz

Wat is een idee?
A
iets wat je klaarmaakt
B
iets wat je moet doen
C
iets wat je bedenkt

Slide 8 - Quiz

Wat is een ander woord voor fraai?
A
lekker
B
lelijk
C
vies
D
mooi

Slide 9 - Quiz

Meester Jamie heeft een kleine schram op zijn arm, wat komt er omheen?
A
kruk
B
pleister
C
gips
D
verband

Slide 10 - Quiz

Welke letters zijn klinkers?
A
b, c, d, f, t
B
g, h, j, k, l, v, w, x
C
m, n, p, q, r, s, y, z
D
a, e, i, o, u

Slide 11 - Quiz

Juf Barbara leest een ......... boek.

Slide 12 - Open question

Een zelfstandig naamwoord is een naam voor een ......., ........, of .........

Slide 13 - Open question

Springplank Glijbaan
Vliegtuig
Grofvuil
Plattegrond

Slide 14 - Open question