herhaling communicatie les 1 t/m 6

Welkom vwo 4B!

1 / 48
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Welkom vwo 4B!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo 4B

Op tafel:
Map, pen, theorieboek (harde kaft) en laptop.

Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel.
Of: telefoon in je tas en daar blijft 'ie dan ook. 

Opdracht: log in op LessonUp

 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
  • Herhaling 
Vandaag maandag 9 oktober:

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

PTO: communicatie les 1 t/m 6

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Les 1

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Termen uit les 1: 

- zender
- boodschap 
- ontvanger
- referentiekader
- verbale communicatie 
- non-verbale communicatie 
- medium/media
- activeren
- amuseren
- beschouwen 
- informeren 
- overtuigen 
- tekstvormen 
- context 
- iteratief proces

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Communicatie: het overbrengen van informatie.
Zender: spreker/schrijver
Boodschap: de informatie
Ontvanger: lezer of luisteraar

Non-verbaal en verbaal.




Slide 7 - Slide

This item has no instructions

'Het schrijven van een brief'
Verbale of non-verbale communicatie?
Leg uit.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Verbale communicatie:
=  
Met woorden

In een gesprek
Of geschreven op papier / getypt op een computer

Non-verbale communicatie:
=
zonder woorden

Gezichtsuitdrukking,
Houding,
Gebaren,
Stemgeluid


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Je houdt rekening met de kennis en ervaring van je publiek en het referentiekader. 

Referentiekader: Hoe iemand de wereld ziet. Op basis van achtergrond, geschiedenis en persoonlijke ervaringen. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Communicatiedoelen/tekstdoelen?
1. Informeren
2. Beschouwen
3. Overtuigen
4. Activeren
5. Amuseren

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Communicatie via schrift: 
  • Wat is de boodschap?
  • Wat is het referentiekader van de ontvangers?
  • Wat is het communicatiedoel? 

Een doorlopend proces van steeds aanpassen hoe de situatie loopt > een iteratief proces.  

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

'Harry Potter' is mijn favoriete boek en daarom moet jij het ook lezen.
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Sommige docenten vinden telefoons in de klas nuttig, andere vinden ze alleen maar afleidend.
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Femke Bol wint de finale van de 400 meter horden en is voor het eerst in haar carrière wereldkampioen.
A
informeren
B
beschouwen
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Les 2

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Termen van les 2:
  • onderwerp
  • deelonderwerpen
  • hoofdgedachte
  • voorkeursplaatsen
  • oriënteren
  • kernzin

Willekeurige vragen op een toets: 

Wat is de hoofdgedachte van de tekst? 
Wat is de kernzin van de alinea? 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Het onderwerp
- samenvatting in één woord of woordgroep
- oriëntatie
- deelonderwerpen
Je moet het onderwerp van een tekst kunnen bepalen. 
Bij je PWS moet je het andersom kunnen: jij moet een onderwerp met deelonderwerpen bedenken. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

De hoofdgedachte
- het belangrijkste over het onderwerp
- samenvatting in één zin

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Kernzin
De belangrijkste zin van een alinea. 
Meestal de eerste, tweede of laatste zin in een alinea.

De kernzin helpt bij het vinden van de hoofdgedachte, maar:
de hoofdgedachte staat vaak niet letterlijk in de tekst. 

De hoofdgedachte moet je vaak zelf bedenken met de vraag: 
Wat is het belangrijkste dat de schrijver over het onderwerp zegt?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Voorkeursplaatsen
Onderwerp: titel, inleiding, afbeeldingen
Deelonderwerpen: middenstuk - deeltitels (tussenkoppen)
Hoofdgedachte: slot

Omgekeerde piramide

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Omgekeerde piramde

De Amerikaanse minister van Oorlog, Edwin Stanton (1814-1869), bedacht dat je informatie het beste kunt aanbieden in een afnemende volgorde:
Eerst een korte introductie (titel en introductie)
Hierna kiest de lezer of hij verder wil lezen met de informatie die hij nu heeft.
Na de introductie geef je iets meer informatie. 

Voordeel: teksten zijn heel compact, alleen relevante informatie staat erin.
Nadeel: teksten zijn vaak erg saai.  

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Dus: 
Kun je nu het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst herkennen?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Hier kun je zelf mee oefenen. 
Ga naar het weekbericht, scroll naar artikelenboekjes en klik op 'artikelen voor 4 havo en 4 vwo'. 

Lees een tekst en vraag jezelf af: 
  • Wat is de hoofdgedachte van de tekst.
  • Wat is de kernzin van deze alinea?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Les 3

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo 4B

Op tafel:
Map, pen en laptop.

Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel.
Of: telefoon in je tas en daar blijft 'ie dan ook. 

Opdracht: log in op LessonUp

 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
  • Herhaling 
Vandaag dinsdag 10 oktober:

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Begrippen uit les 3: 
  • tekstvorm 
  • tekstsoorten 
  • tekstdoelen 

Vraag: geef een voorbeeld van elk begrip.

Slide 28 - Slide

t/m hier op 9 okt
Communiceren doe je samen 2
Begrippen uit les 3: 
  • tekstvorm > lesboek, advertentie, dagboek
  • tekstsoorten > vertelling, verklaring, beschouwing
  • tekstdoelen > informeren, activeren, overtuigen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

1. Op school doe je zowel kennis als vaardigheden op. Welke tekstsoort past bij kennisoverdracht en welke bij vaardighedenonderwijs?
timer
3:00

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Kies zelf een tekst uit de artikelenboekjes.
1. Geef de titel van het artikel.
2. Bedenk wat het onderwerp van het artikel is.
3. Geef het doel van het artikel.

timer
6:00

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Er zijn drie tekstsoorten: verhalend, feitelijk, waarderend. Geef een voorbeeld van een waarderende tekstsoort.

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Les 4

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van een betoog? En geef een voorbeeld van een tekstvorm van een betogende tekstsoort.

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Begrippen les 4: 
  • Inleiding
  • aandacht trekken
  • kern
  • slot 
  • uitsmijter

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Waarom wil je aandacht trekken in de inleiding?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Hoe kun je aandacht trekken in de inleiding?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Hoe kun je het slot leuk en sterk afsluiten?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Verzin een uitsmijter over een tekst met als onderwerp meer ongezonde snacks in de kantine.
timer
4:00

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Titel + Inleiding
- Aandacht trekken door:  
   - anekdote
   - opvallende stelling of          mening
   - actuele gebeurtenis
   - het voordeel voor de            lezer

- kennismaking met het onderwerp
- richting geven aan de tekstopbouw
- idee geven van het genre (tekstsoort)
Tekst
Middenstuk
- uitwerking van het onderwerp in deelonderwerpen
- uitwerking in hoofdstukken, paragrafen of alinea's
- overzichtspunten: titels, kopjes, signaalwoorden
Slot
- de afronding
 - terugblik op inleiding en de kern
- krachtiger maken van strekking of boodschap (of een uitsmijter) 
- vaak de hoofdgedachte

Begrippen van les 4

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Les 5

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Les 5:
  • vaste structuren: 
  • aspecten-, vraag-antwoord-, verleden-heden-toekomst-, voor- en nadelen-, argumentatie-, verklarings-, probleem-oplossings-
  • tekststructuur voor de schrijver
  • tekststructuur voor de lezer

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Waarom een vaste tekststructuur voor de schrijver:
  • Het helpt een schrijver bij het verzamelen van informatie
  • Het helpt bij het inventariseren en ordenen van informatie 
  • Het helpt bij het creëren van een logische route door de tekst. 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Waarom een vaste tekststructuur voor de lezer
  • Het helpt de lezer bij het zoeken naar de hoofdzaken, een belangrijke conclusie of een samenvatting;
  • Het helpt bij het beoordelen van de volledigheid van een tekst;
  • Het helpt bij het doorgronden van de opbouw van een tekst.

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Les 6

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Les 6:
  • microstructuur - alinea's
  • alinea
  • inhoud: kernzin
  • lengte: ongeveer 10 regels
  • verbanden: signaalwoorden > zie overzicht theorieboek pg 65
  • functie: functiewoorden

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Lees de tekst
  • Bedenk wat de personen in de tekst vinden. 
  • Bedenk wat de hoofdgedachte van de tekst is. Maak een hele zin.
  • Bedenk wat de kernzin van alinea's is. 
  • Bedenk een andere titel.

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 48 - Slide

This item has no instructions