EXAMENTRAINING CE2

Examentraining voor CE 2
Onderwerpen die aan bod komen:

- onderdelen bloemen
- erfelijkheid

Hierna zelf oefenen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Examentraining voor CE 2
Onderwerpen die aan bod komen:

- onderdelen bloemen
- erfelijkheid

Hierna zelf oefenen

Slide 1 - Slide

Bloemen

Slide 2 - Slide

onderdelen bloem

Slide 3 - Slide

Bestuiving
Bestuiving
Wanneer stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper terechtkomt,
heet dit bestuiving.

Bestuiving door insecten->insectenbloem
Bestuiving door de wind-> windbloem

Slide 4 - Slide

Bestuiving

Slide 5 - Slide

Bevruchting

Na bevruchting:


Eicel --> kiem


Zaadbeginsel --> zaad


Vruchtbeginsel --> vrucht

Slide 6 - Slide

Verspreiding van zaden
door plant zelf         door wind        door dieren

Slide 7 - Slide

Je ziet hier een mannelijk en een vrouwelijk deel van de bloem. Welk deel geeft een stamper aan?
A
1
B
2
C
3

Slide 8 - Quiz

Rozen gaan slap hangen als er verstoppingen in de vaten van de stengel voorkomen. Twee typen vaten zijn bastvaten en houtvaten.

Gaat een roos eerder slap hangen bij verstopping in de bastvaten of bij verstopping in de houtvaten?
A
Houtvaten
B
Bastvaten

Slide 9 - Quiz

Waar ontstaan stuifmeelkorrels?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 10 - Quiz

Uit welk onderdeel zou een
vrucht kunnen ontstaan?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 11 - Quiz

Op de afbeelding zie je een stamper.
Hoe heet deel P?
A
Helmknop
B
Stijl
C
Stempel
D
Vruchtbeginsel

Slide 12 - Quiz

Erfelijkheid

Slide 13 - Slide

Fenotype en Genotype
Fenoype

Slide 14 - Slide

Homozygoot/heterozygoot
hom

Slide 15 - Slide

Dominant/ recessief
Een dominant allel zie je altijd terug in het fenotype (ook als er maar één dominant allel is).


Slide 16 - Slide

Even samen doen:
Krullend haar (A) is dominant boven sluik haar (a). Wat is de verhouding in de F1, bij de kruising:
Aa x aa ?
A
3 krullend haar en 1 sluik haar
B
2 krullend haar en 2 sluik haar
C
1 krullend haar en 3 sluik haar
D
4 krullend haar en 0 sluik haar

Slide 17 - Quiz

Heeft een vlo hetzelfde fenotype als de pop waaruit hij is ontstaan? En hetzelfde genotype?
A
Alleen hetzelfde fenotype
B
Alleen hetzelfde genotype
C
Hetzelfde fenotype en hetzelfde genotype

Slide 18 - Quiz

Zie de afbeelding.
Is de ziekte van Huntington dominant,
recessief, of is dat niet uit de gegevens
op te maken?
A
De ziekte is dominant
B
De ziekte is recessief
C
Dit is niet uit de gegevens op te maken

Slide 19 - Quiz

Het grootste aantal chromosomen is gevonden bij de varen Ophioglossum reticulatum: 1260.
Mieren van de soort Myrmecia pilosula hebben het kleinste aantal. Vrouwtjes van deze diersoort hebben slechts twee chromosomen per cel.
Hoeveel chromosomen bevat een eicel van de mier Myrmecia pilosula?

Slide 20 - Open question

Het skelet van de mens zoals dat er nu uitziet, is volgens de evolutietheorie ontstaan uit het skelet van voorouders door veranderingen in het erfelijk materiaal.

Hoe wordt zo’n verandering in het erfelijk materiaal genoemd?

Slide 21 - Open question

Het gen voor krullend haar is dominant (A),
dat voor steil haar recessief (a). 2
Een vrouw die homozygoot is voor steil haar
krijgt vier kinderen van een man met krullend haar
(zie de afbeelding).
Wat is het genotype van de vader?
A
Aa
B
AA
C
aa

Slide 22 - Quiz

Zelf oefenen!
Ga naar:
1. biologiepagina.nl
2. examen vmbo oefenen
3. scroll naar beneden en klik een thema aan dat jij gaat oefenen

Thema's om te oefenen: 
Organen en cellen - planten - bloedsomloop - opslag, uitscheiding, bescherming - erfelijkheid

Slide 23 - Slide