1. Wortschatz: K1 + K2 : L1- L6 ( beide kanten)2. Grammatik: 1. Verben konjugieren ( werkwoorden vervoegen)
2. Perfekt
3. haben + sein + werden ( Präsens/ Imperfekt)
3. Zahlen/ Uhrzeiten/ Zeitangabe
4. Modalverben ( modale werkwoorden)
5. Naamvallen ( 1e + 4e nv)
6. bezittelijke vnw + persoonlijke vnw ( 1e + 4e nv)
8. voltooid deelwoord