18-09-2024 V1A lidwoorden herhalen + spreekopdracht

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Prends ton livre
10 minutes d'apprentissage


Voca A + B -> à la page 52


Bonjour à tous!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


Prends ton livre
10 minutes d'apprentissage


Voca A + B -> à la page 52


Bonjour à tous!

Slide 1 - Slide

Dinsdag 24 september
SO!

Wat moet je leren?
- Voca A + B -> p.52
- Phrases-clés C (zinnen) -> p.54
- Grammaire D -> p.55

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui:
- Réviser les mots
- Réviser la grammaire
- Écouter les phrases-clés C
- Parler à deux

Slide 3 - Slide

Réviser:
1. Hallo
2. Doei/tot ziens
3. Hoe heet je?
4. Ik heet...
5. Hoe gaat het?

Slide 4 - Slide

Grammaire - lidwoorden

Wat hebben jullie onthouden van de uitleg?

Slide 5 - Slide

Lidwoorden in het Frans -> de & het
In het Frans zijn de zelfstandig naamwoorden mannelijk of vrouwelijk


Slide 6 - Slide

Hoe weet je of een woord mannelijk, vrouwelijk of in het meervoud is?
- Kijk naar het geslacht -> jongen, meisje, moeder, vader, broer, tante

- Leer het lidwoord bij alle woorden in je woordenlijst






- Woorden in het meervoud eindigen op een 's' (bijv. chiens)

Slide 7 - Slide

Voorbeelden lidwoorden 
de & het

Slide 8 - Slide

Het lidwoord 'een' in het Frans

Slide 9 - Slide

Wat betekent het lidwoord ''le''?
A
het
B
de
C
de & het
D
een

Slide 10 - Quiz

Wat betekent het lidwoord ''la''?
A
de
B
de & het
C
een
D
het

Slide 11 - Quiz

Wat betekent het lidwoord l'?
A
de & het
B
het
C
de
D
een

Slide 12 - Quiz

Welk lidwoord gebruik je bij vrouwelijke woorden?
A
le
B
l'
C
un
D
la

Slide 13 - Quiz

Welk lidwoord gebruik je bij woorden die beginnen met een klinker of 'stomme h' ?
A
l'
B
la
C
le
D
une

Slide 14 - Quiz

Welk lidwoord gebruik je bij mannelijke woorden?
A
la
B
le
C
l'
D
une

Slide 15 - Quiz

Welk lidwoord gebruik je bij woorden in het meervoud
A
les
B
le
C
la
D
une

Slide 16 - Quiz

Hoe zet je onderstaand woord in het meervoud?
''la famille''
A

Slide 17 - Quiz

Écouter les phrases-clés C 
à la page 54

Slide 18 - Slide

Parler à deux
Werk met degene die naast je zit.
Jullie krijgen een blad. Iemand is rol A en de ander rol B.
Vertaal de zinnen voor jouw rol en oefen het gesprekje.
Gebruik blz.54

Ik loop langs om bij iedereen te luisteren.

Fini? -> Ga verder met voca A + B leren (p.52)

Slide 19 - Slide