lesdoelen: Je kunt vertellen wat de verzorgingsstaat is. Je weet wat de welfare triangle is en hoe die werkt Je kent de stromingen liberalisme, sociaaldemocratie en christendemocratie.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
intro verzorgingsstaat
lesdoelen: Je kunt vertellen wat de verzorgingsstaat is. Je weet wat de welfare triangle is en hoe die werkt Je kent de stromingen liberalisme, sociaaldemocratie en christendemocratie.
Slide 1 - Slide
leerdoelen
- Je kunt de drie reguleringsmechanismen van de welfare triangle noemen en toelichten aan de hand van voorbeelden.
-
Slide 2 - Slide
opdracht:
Maak een plattegrond van jullie huidige woning. teken per verdieping een plattegrond. Het hoeft niet in detail en ook niet perfect op schaal
timer
1:00
Slide 3 - Slide
opdracht:
Je hebt een plattegrond getekend van je huidige huis.
stel: jullie hebben een paar oudere familieleden die niet meer op zichzelf kunnen wonen. Ze moeten bij jullie erbij in. Teken een ruimte waar deze familieleden kunnen gaan wonen. Je mag je woning verbouwen maar hou rekening met de onkosten.
1
timer
1:00
Slide 4 - Slide
is er plek voor deze familieleden?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
zie je het zitten dat deze mensen bij jullie intrekken?
A
ja
B
nee
C
als het niet anders kan dan moet het maar
D
kan het niet anders?
Slide 6 - Quiz
generatiewoning
Slide 7 - Slide
Stel het gaat lukken. Maar ze hebben zorg nodig. Hoe gaan jullie dat regelen?
Slide 8 - Open question
Jullie kunnen hulp krijgen van de overheid. Bijv. door het persoongebondenbudget. De overheid maakt wetten waarin staat wie er recht hebben op geld en verzorging. Hieraan zitten natuurlijk grenzen
Dit is wanneer de familie het allemaal zelf besluit te doen. Dit kan uit naastenliefde of solidariteit. Mensen helpen elkaar omdat ze dit willen niet omdat het een verplichting is.
Op de markt kan je zorg kopen. In principe kun je alle verzorging kopen maar het kost (veel) geld. Aanbieders op de markt willen vaak winst maken dus je bent vaak veel geld kwijt. Maar je hebt wel alle vrijheid en bent niet gebonden aan strakke overheidsregels.