Het klimaat wordt berekend over een periode van ...
A
1 jaar
B
30 maanden
C
3 jaar
D
30 jaar
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Het klimaat wordt berekend over een periode van ...
A
1 jaar
B
30 maanden
C
3 jaar
D
30 jaar
Slide 1 - Quiz
De luchtlaag rondom de aarde heet de...
A
Dampkring
B
Atmosfeer
C
broeikaseffect
Slide 2 - Quiz
Welke klimaten komen alleen op hoge breedte voor?
A
Landklimaat en Woestijnklimaat
B
Steppeklimaat en Toendraklimaat
C
Zeeklimaat en Toendraklimaat
D
Savanneklimaat en Woestijnklimaat
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
Welk klimaat hoort er bij de afbeelding
A
Tropisch regenklimaat
B
Savanneklimaat
C
Steppeklimaat
D
Gematigd Zeeklimaat
Slide 5 - Quiz
Op de evenaar valt de zon loodrecht in. Dit betekent een ..(1).. invalshoek en een ..(2).. schaduw
A
1 = grote, 2 = grote
B
1 = kleine, 2 = grote
C
1 = grote, 2 = kleine
D
1 = kleine, 2 = kleine
Slide 6 - Quiz
Op zeeniveau is het op een dag 15 graden. Hoe warm is het op 2.000 meter?
A
13 graden
B
9 graden
C
6 graden
D
3 graden
Slide 7 - Quiz
Voor de volgende 2 vragen hebben we deze gegevens nodig. Onthoud ze dus goed: Ik doe 5 metingen voor de temperatuur - 10 / 7 / 1 / 2/ 5 graden - Maximumtemperatuur: 10 graden - Minimumtemperatuur: 1 graad
Slide 8 - Slide
Wat is het verschil tussen de maximum en minimumtemperatuur?
A
10 graden
B
11 graden
C
9 graden
D
5 graden
Slide 9 - Quiz
Wat is de gemiddelde temperatuur van die dag?
A
5 graden
B
7 graden
C
9 graden
D
3 graden
Slide 10 - Quiz
Nu is het (bijna) 21 december. Dat wil zeggen dat de zon loodrecht staat op de ..
A
Evenaar
B
Kreeftskeerkring
C
Steenbokskeerkring
Slide 11 - Quiz
Op de noordpool is het nu .... . Op de Zuidpool is het nu ....
A
Pooldag / Poolnacht
B
Op allebei poolnacht
C
Poolnacht / Pooldag
D
Op allebei pooldag
Slide 12 - Quiz
De zon verwarmt de zee. Hierdoor ....... het zeewater
A
Condenseert
B
Bevriest
C
Verdampt
Slide 13 - Quiz
Welke vorm van water kunnen we niet zien?
A
De vaste vorm (ijs)
B
De vloeibare vorm (water)
C
De gasvorm (waterdamp)
Slide 14 - Quiz
Als ik vanaf de evenaar naar de zuidpool ga kom ik langs een aantal klimaten.