Les 1. Inleiding Psychologie

• psychologie
• MBO
• Studiejaar 2

Psychologie (PPO)

docent: Tessa Strijtveen

Even voorstellen...

Noem je naam
Noem 1 gedragskenmerk van jezelf

Afspraken

Nodig:

• Reader: Inleiding in de psychologie​ (elke les nodig!)
• Laptop​
  
• Studiewijzer               (in teams  kanaal PPO, psychologie)​
  

Huiswerkopdrachten (inleveren via teams)​

Portfolio opdrachten (inleveren via teams)

Eindtoets (eind periode 4, over de gehele reader)

Opbouw van de lessen

• theorie doorlopen alle hoofdstukken uit de reader
• we koppelen praktijkvoorbeelden aan de theorie
• we bekijken relevante video's en filmpjes etc.
•  we bespreken iedere week het huiswerk van de vorige les
• zelfstandig werken en aan (huiswerk)opdrachten

Na deze les weet je

• wat er van je verwacht wordt voor het vak psychologie
• de beschrijving van wat we onder psychologie verstaan
• wat we onder gedrag verstaan en wat gedragsdeterminanten zijn

+ uitleg 1e portfolio opdracht

Waar denk je aan bij het vak psychologie?

Wat is psychologie?

psyche = ziel

logos = kennis

psychologie = de wetenschap van het gedrag

We gaan het hebben over de diverse stromingen, visies, mensbeelden.

Sommige komen uit elkaar voort en sluiten aan.

Sommige zijn contrasterend.

1.1 Het gedrag als onderwerp van de psychologie

Gedrag is alles wat de mens doet en wat we kunnen waarnemen.

- Zowel bewust als onbewust

- Actie           reactie

Opdracht 1: abnormaal?

Bespreek in 2 of3-tallen. Zet de uitkomsten in Lesson-Up.

1. Wat versta jij onder normaal gedrag? Wat is normaal?

2. Wat versta jij onder afwijkend gedrag (denk ook aan je stage)?

Vul maar in.
Normaal gedrag en afwijkend gedrag.

Gedrag in de praktijk

Normaal gedrag                        persoon gedraagt zich conform leeftijd, ontwikkeling en cultuur

Afwijkend                           persoon doet dit niet

Waarneembaar gedrag:

Het is natuurlijk erg belangrijk dat een observatie betrouwbaar is. Als een ander de observatie zou uitvoeren, moet dat dezelfde gegevens opleveren. Dit bereik je door alleen naar waarneembaar gedrag te kijken.

Eerst de feiten:

Als je observeert, probeer je dat zo veel mogelijk te doen zonder het gedrag meteen te interpreteren. Je verzamelt puur de feiten. Later geef je daar pas een betekenis aan. Je schrijft op wat je ziet en niet wat je denkt te zien.  Dus GEEN oordeel over wat je ziet .

Opdracht 2: vooroordelen?

1. Maak een groepje van 3 of 4. 
2. Bedenk voor jezelf een situatie (stage, dagelijks leven). Waarin je eigen mening of vooroordeel over het gedrag van iemand invloed had op je handelen.
3. Wissel de ervaringen uit. Bevraag elkaar. 
   Hoe ben je omgegaan met deze situatie?
   Waar kwam je vooroordeel of mening vandaan?

Gedrag als uitgangspunt

Uitgangspunten:

• Gedrag kan verschillende oorzaken hebben
  
• Er is een goede reden voor dat gedrag
  
• Mensen kiezen (onbewust) voor eigen veiligheid en het juiste op dat moment (ook al is de uitkomst negatief)

Belangrijk om te beseffen dat als hij/ zij het anders had kunnen doen, dat dan ook zou hebben gedaan. (herkenning bij jezelf?) 

Iedereen heeft dus een goede reden voor zijn/haar gedrag

Wat betekent het woord
'gedragsdeterminanten'?

1. Gedrag dat te maken heeft met boosheid
2. De manier waarop je gedrag laat zien
3. Factoren die ten grondslag liggen aan gedrag
4. Zonder oordelen je werk uit kunnen voeren.

1.2 Factoren die ons gedrag bepalen

Gedragsdeterminanten: Factoren die ten grondslag liggen aan gedrag en ontwikkeling of gedrag mede bepalen. 

Intern: lichamelijk / geestelijk / sociaal

Extern: fysische omgeving / sociale omgeving

Gedrag zegt iets over verschillende ontwikkelingsgebieden (cognitief, persoonlijkheid, belevingswereld). Het zegt iets over OORZAKEN. 

Voorbeelden

• Jan, 1 jaar, huilt erg vaak en is erg hangerig. Waarom? Hij heeft last van tanden die doorkomen. (lichamelijk)
• Richard, 5 jaar, durft niets terug te zeggen als hem gevraagd wordt of hij een ijsje wil. Hij is erg verlegen (persoonlijkheid) 
  
  Er bestaat geen rechtlijnige relatie tussen oorzaak en gedrag! Niet elk kind dat niets terug zegt is verlegen. Belangrijk: oppassen met betekenis invullen (is gapen altijd dat je moe bent?). Zonder oordeel werken.

Gedrag zegt iets over

• Lichamelijk welzijn/lichamelijke ontwikkeling
  
• Cognitieve ontwikkeling
  
• Sociale ontwikkeling
  
• Persoonlijkheidsontwikkeling
  
• Belevingswereld
  
• Sociale omgeving
  
• Fysische omgeving
  

Factoren die ons gedrag tijdens het werk bepalen

Geef een voorbeeld bij deze

factor. Welke invloed heeft het 
op JOUW gedrag tijdens het werk?

Kijkend naar vorige vraag: Waarom is het in ons werkveld zo belangrijk om ook te kijken naar je eigen gedrag?

Uitleg: socialisatieopdracht

Doel: Inzicht. Wat heeft jou gemaakt tot wie jij bent? Welke gebeurtenissen? Welke ontwikkelingen?
 

1. Maak een persoonlijke levenslijn. Waarop je belangrijke gebeurtenissen uitzet. Die zijn van invloed geweest op je leven. Het heeft je gevormd. 
2. Werk dit chronologisch uit. Per gebeurtenis van 5W's beschrijven en uitleg geven. Gebruik de verschillende gedragsdeterminanten. 
3. Maak hiervan een digitaal 'levensboek'. Foto's, afbeeldingen, tekst, uitleg. 
4. Werk dit uit tot een korte presentatie van 5 minuten. 
   Daar ga je 1 gebeurtenis (creatief) toelichten.                               presenteren = 8 en 15 maart

presenteren (5 minuten)

Maak hiervan een digitaal levensboek; Maak aan de hand van foto’s, afbeeldingen en tekst de verschillende gebeurtenissen duidelijk en de impact die deze gebeurtenissen op jouw ontwikkeling/gedrag uitoefenen. Werk dit chronologisch (op volgorde van gebeurtenis) en werk dit uit tot een korte presentatie van zo’n vijf minuten, waarin je één gebeurtenis toelicht.

Ik heb een indruk gekregen van het vak psychologie

0100

Ik denk dat ik psychologie een interessant vak ga vinden?

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag

Uit de reader hoofdstuk 1:

opdracht 1 t/m 8 (inleveren in Teams)

Beginnen met socialisatie opdracht

Datum mini-presentatie: 8 en 15 maart