bedrijfsadministratie hoofdstuk 1 opstellen balans

Welkom
Klas: 1AB
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Welkom
Klas: 1AB

Slide 1 - Slide

Hoe voel je je vandaag?
A
B
C
D

Slide 2 - Quiz

Voor we gaan beginnen!
Aan het eind van ieder hoofdstuk worden alle begrippen inclusief de betekenis uit dat hoofdstuk op een rijtje gezet. Om te begrijpen waar bedrijfsadministratie over gaat, is het de bedoeling dat je deze begrippen kent! 

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
In hoofdstuk 1 worden een aantal boekhoudkundige begrippen genoemd die je moet kennen. 

Deze les gaan we deze boekhoudkundige begrippen oefenen. 

Slide 4 - Slide

Lesdoelen:
Aan het eind van deze les :

  • Ken je de belangrijkste boekhoudkundige begrippen uit les 1

Slide 5 - Slide

Begrippen hoofdstuk 1 
Voordat je gaat starten met het maken van de opdrachten in hoofdstuk 1 is het zinvol om te beseffen welke begrippen je moet kennen. Om deze begrippen te leren hebben we ze voor je in een lopende tekst gezet. De begrippen die je moet kennen zijn in de tekst vetgedrukt. Na een stukje tekst volgt een sleepvraag, hier kun je je kennis van deze begrippen testen.

Slide 6 - Slide

www.checkdiepattas.com

Slide 7 - Slide

Checkdiepattas.com
Je hebt jarenlang plannen in je hoofd gehad om een eigen schoenenwinkel te gaan beginnen en nu is het eindelijk zover. Je hebt je ingeschreven bij de kamer van koophandel, een BTW nummer aangevraagd en nu kun je eindelijk gaan starten. Je hebt ook al een naam voor je bedrijf: “Checkdiepattas.com



Slide 8 - Slide

Checkdiepattas.com
Gelukkig heb je een oom die zelf ondernemer is en die je graag wil helpen bij het opzetten van jouw eigen bedrijf. Jullie beginnen met de boekhouding of administratie. Samen hebben jullie een boekhoudpakket aangekocht om hierin de financiële administratie van jouw onderneming systematisch bij te kunnen houden.

Slide 9 - Slide

Checkdiepattas.com
Om goed te kunnen starten ga eerst samen met je oom alles op een rijtje zetten om te kijken hoe je er financieel voor staat.  Als je een goed overzicht hebt kun je snel een balans of balance sheet opmaken. Een balans bestaat uit twee kolommen met rechts de debetzijde en aan de linkerkant de creditzijde

Slide 10 - Slide

Sleep de omschrijvingen naar het juiste begrip
Administratie
Creditzijde
Balans
Debetzijde
Systematisch verzamelen en vastleggen van gegevens
Overzicht van alle bezittingen, schulden en het eigen vermogen.
Linkerkant van de balans
Rechterkant van de balans

Slide 11 - Drag question

Checkdiepattas.com
de zaken gaan goed en je hebt besloten om naast je online shop ook een echte winkel te openen en samen met jouw oom ben je naar een geschikte locatie hiervoor gaan zoeken. 

Slide 12 - Slide

Checkdiepattas.com
Na een aantal weken vind je een winkelpand, dat je graag zou willen kopen. Omdat je nog niet voldoende eigen vermogen hebt om dit zelf te betalen, heb je een afspraak gemaakt met de bank voor een hypothecaire lening. Deze hypothecaire lening moet je in 30 jaar terug betalen en is dus een langlopende schuld . Over deze hypotheek moet je 1,5 % interest betalen. 

Slide 13 - Slide

Sleep de omschrijvingen naar het juiste begrip
Eigen Vermogen
Interest
Hypothecaire lening
langlopende schuld
Door de eigenaar geïnversteerd vermogen
Lening met een onroerende zaak als onderpand
Schuld met een looptijd langer dan één jaar
Vergoeding over geleend geld

Slide 14 - Drag question

Checkdiepattas.com
Daarnaast heb je ook bij een aantal familieleden een lening kunnen afsluiten,
van je oom heb je zomaar 20000,- euro kunnen lenen
.Je hebt je oom beloofd dat deze lening kortlopend is en je hem zo snel mogelijk, maar voor het eind van het jaar, weer terugbetaald. Je hebt ook met je oom de afspraak gemaakt, dat je over deze lening geen interest hoeft te betalen. 


Slide 15 - Slide

Checkdiepattas.com
Inmiddels heb je ook via de winkel  je eerste schoenen verkocht. De ontvangsten zijn al op de bankrekening bijgeschreven. Deze ontvangen bedragen staan nu dus op je rekening courant. Door deze verkopen zijn je liquide middelen toegenomen met 1275,- euro.



Slide 16 - Slide

Sleep de omschrijvingen naar het 
juiste begrip
rekening courant
ontvangsten
Liquide middelen
Kortlopende schuld
interest
Bankrekening waar een ondernemer ieder moment geld op kan storten of kan opnemen
bedragen op de rekeningen Kas en Bank samen
Schuld met een looptijd korter dan één jaar
Bedragen die je van derden ontvangt
Vergoeding over geleend geld

Slide 17 - Drag question

Checkdiepattas.com
Je moeder en zus zijn erg trots en benieuwd naar je nieuwe schoenen-collectie en komen naar je nieuwe winkel toe. Ze willen allebei graag schoenen bij je kopen, maar ze hebben vergeten hun pinpas mee te nemen.
Je geeft ze zonder dat ze direct hoeven te betalen hun nieuwe schoenen mee. 


Slide 18 - Slide

Checkdiepattas.com
Als je schoenen verkoopt aan mensen die die niet direct betalen, dan moet je  deze verkopen onder debiteuren in je boekhouding opnemen, Hierdoor weet je dat je dit bedrag nog moet ontvangen. Hou er wel rekening mee dat je liquide middelen pas toenemen als je dit geld ook daadwerkelijk ontvangen hebt!


Slide 19 - Slide

Checkdiepattas.com
Als ondernemer heb je niet alleen te maken met ontvangsten, maar ook met uitgaven.
Omdat je een voorraad schoenen hebt besteld, zul je ook je crediteuren moeten betalen. Door het betalen van deze inkoopfacturen nemen je liquide middelen weer af. Om altijd voldoende geld te hebben om je rekeningen te kunnen betalen, kun je bij de bank ook een rekening courantkrediet afspreken. 


Slide 20 - Slide

Sleep de omschrijvingen naar het juiste begrip
Uitgaven
crediteuren
rekening courant
rekening courant krediet
Betalingen waardoor de liquide middelen( kas/bank) afnemen
Bankrekening waar een odernemer geld op kan storten of op kan nemen.
Het saldo schuld of tegoed dat een onderneming heeft op zijn rekening courant
Leveranciers aan wie een onderneming nog geld verschuldigd is

Slide 21 - Drag question

Terugblik
In deze les heb je de belangrijkste begrippen uit les 1 geoefend.
Deze begrippen heb je nodig om de lesstof goed te kunnen begrijpen en de opgaven te kunnen maken.

Slide 22 - Slide

Huiswerk
  • Lezen : begrippen uit hoofdstuk 1
  • Maken : opgaven uit hoofdstuk 1 

Slide 23 - Slide

Hoe voel je je na deze les?
A
B
C
D

Slide 24 - Quiz