4.1 Einde van de wereldrijken

4.1 Einde van de wereldrijken
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

4.1 Einde van de wereldrijken

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze paragraaf kun je uitleggen:
  • welke invloed WO II had op de  dekolonisatie
  • hoe Britse en Franse kolonies in Azië onafhankelijk werden
  • hoe de Nederlandse kolonies zelfstandig en onafhankelijk werden
  • hoe de staat Israël ontstond
  • hoe Afrikaanse kolonies onafhankelijk werden





Slide 2 - Slide

a. Neem de volgende begrippen over in je schrift en schrijf de betekenis erbij:
A politionele actie, B proclamatie, C soevereiniteitsoverdracht, D supermacht
E tijd van televisie en computer, F zionisme.
b. Kies 2 begrippen uit en zoek een (bron) foto/tekening die bij deze 2 begrippen hoort.

Slide 3 - Open question

De invloed van de Tweede wereldoorlog.
Door de Tweede Wereldoorlog was het nationalisme in Azië versterkt. 
De Japanners hadden de inheemse volken opgezet tegen het Westen. Indonesiërs keerden zich na WOII tegen het herstel van de Nederlandse heerschappij. Het lukte Nederland niet meer het 
 Indonesisch nationalisme te onderdrukken. 
Indonesië werd binnen 5 jaar na WOII onafhankelijk, ook in andere Europese koloniën ging de dekolonisatie snel.  




Slide 4 - Slide

Oorzaken dekolonisatie in Azië
  1. Opkomst nationalisme in koloniën
  2. Verzwakking van Europese landen na WO II
  3. De nieuwe supermachten, de VS en de Sovjet-Unie, waren tegenstanders van kolonialisme en steunden de dekolonisatie.

Nationalistische bewegingen in de kolonies en het streven naar onafhankelijkheid is een kenmerkend aspect van de tijd van televisie en computer.

Slide 5 - Slide

Geef aan of de volgende uitspraken juist of onjuist zijn. 
Juist
Onjuist
Door WOII waren West-Europese landen supermachten geworden. 
Na 1945 hadden de VS en de SU veel macht. 
Door WO II was het nationalisme in Azië verzwakt.
Na 1945 waren de VS en de SU voor dekolonisatie

Slide 6 - Drag question

Britse en Franse dekolonisatie in Azië 
 De Britten hadden voor WOII al met de Indiërs gepraat over zelfbestuur, ze waren na 1945 voor dekolonisatie. In 1947 deden ze afstand van de macht in Brits-Indië. Er ontstonden toen twee staten, India (hindoes) en Pakistan (moslims).

De Fransen waren niet voor dekolonisatie en vertrokken niet vrijwillig uit Indochina (Vietnam, Laos, Cambodja). De communist Ho Chi Mingh had na WOII de onafhankelijkheid uitgeroepen. Na een koloniale oorlog verliet Frankrijk in 1954 de kolonie, de VS nam toen de strijd over.

Slide 7 - Slide

Geef aan of de volgende uitspraken juist of onjuist zijn. 
Juist
Onjuist
a De Fransen lieten Indochina in 1954 zonder strijd onafhankelijk worden.
b In 1947 werd Brits-Indië na een oorlog gesplitst in 2 onafhankelijke staten. 
c Na 1945 was de Britse regering voor dekolonisatie.
d Na 1945 was de Franse regering tegen dekolonisatie.

Slide 8 - Drag question

Ga naar de online opdrachten
Maak de geplande opdrachten 


Slide 9 - Slide

Welke invloed had WOII op de dekolonisatie?

Slide 10 - Mind map

Hoe heten de koloniën van Frankrijk en Engeland en hoe werden ze onafhankelijk?

Slide 11 - Mind map

Nederlandse dekolonisatie
Na de capitulatie van Japan riep de Indonesische nationalist Soekarno op  17 augustus de onafhankelijke republiek Indonesië uit. Nederland accepteerde deze proclamatie niet.

Hierdoor brak de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) uit. De Nederlandse regering noemde de militaire operaties in deze oorlog politionele acties, omdat het zou gaan om het herstel van de orde. 
Onder druk van de VS en de VN gaf Nederland toe. Koningin Juliana tekende op 27 september 1949 de soevereiniteitsoverdracht.
De dekolonisatie van andere Nederlandse koloniën vond vreedzaam plaats
 (Nederlandse Antillen 1954, Suriname 1975, Aruba 1986).
De Antillen werden in 2010 als eenheid opgeheven. Drie delen zijn nu zelfstandige landen en de overige drie zijn bijzondere gemeenten van Nederland


Slide 12 - Slide

Vul de jaartallen in:
1. Vanaf ...a... zijn binnen het koninkrijk der Nederlanden 3 Antilliaanse eilanden bijzondere gemeenten en 3 zelfstandige landen.
2. Suriname werd een onafhankelijke republiek in ....b...
3. De Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog duurde van ...c... tot ...d...
4. Nederland erkende de onafhankelijkheid van Indonesië in ...e....
5. Soekarno riep de onafhankelijke Republiek Indonesië uit in ....f....

Slide 13 - Open question

Palestina en Israël
Door het zionisme vestigden zich begin 20e eeuw steeds meer joden in Palestina. Dit leidde tot conflicten met de Palestijnen die de meerderheid vormden in deze Britse kolonie.

In 1936 kwamen de Palestijnen in opstand. Tevergeefs eisten ze onafhankelijkheid en een einde aan de joodse immigratie. Na de Holocaust nam de joodse immigratie toe. De Britten vertrokken in 1948, waarna de joden de staat Israël uitriepen. Dit leidde tot oorlogen met de Arabische buurlanden.


Slide 14 - Slide

Afrika
In Noord-Afrika werd de Franse kolonie Algerije na een bloedige oorlog in 1962 onafhankelijk. De Fransen lieten Marokko en Tunesië zonder strijd onafhankelijk worden in 1956.

Ten zuiden van de Sahara werden de meeste kolonies zonder strijd onafhankelijk tussen 1957 en 1975.
Zo werd de dekolonisatie van Europese kolonies vrijwel voltooid in de tijd van televisie en computer: het tiende tijdvak (1950-heden).


Slide 15 - Slide

Gebruik de 5 feiten en typ het juiste antwoord in:
a. De Britten besloten in 1948 Palestina te verlaten. -> Dit is een direct/indirect gevolg van feit c.
b. Het zionisme kwam op in Europa. -> Dit is een directe/indirecte oorzaak van feit e.
c. In Palestina ontstonden conflicten tussen joden en Palestijnen.
d. Joden riepen de staat Israël uit. -> Dit is een directe/ indirecte oorzaak van feit a. en dit is een direct/indirect gevolg van feit b.
e. Joden vestigden zich vanuit Europa in het door Britten bestuurde Palestina.

Slide 16 - Open question

Wat zijn de juiste woorden?
1. De Franse kolonie Algerije werd in 1962 na een oorlog/zonder strijd onafhankelijk.
2. De Franse kolonie Marokko werd in 1956 na een oorlog/zonder strijd onafhankelijk.
3. De Franse kolonie Tunesië werd in 1956 na een oorlog/zonder strijd onafhankelijk
4. De meeste kolonies ten zuiden van de Sahara werden na een oorlog/zonder strijd onafhankelijk tussen 1957 en 1975.

Slide 17 - Open question

De onafhankelijkheid van koloniën tussen 1945 en 1986

Slide 18 - Mind map

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open question