infuuspompen

Infusie 
Infuuspompen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Infusie 
Infuuspompen

Slide 1 - Slide

Wat is een infuuspomp
  • Wordt gebruikt om infuusvloeistoffen toe te dienen
  • Is nauwkeurig in te stellen op hoeveelheid en tijd
  • Er zijn vele verschillende varianten en merken: o.a. B.Braun, Fresenius & Alaris, etc.

Er zijn verschillende soorten:
  • Infuuspompen (lopend infuus)
  • PCA pompen (Patiënt Controlled Analgesia) 
  • Spuitpompen
  • Pompen voor thuis

Slide 2 - Slide

 Infuuspomp
Doelgericht, specifiek infuusvloeistof kunnen toedienen, de voorgeschreven hoeveelheid. 
Bijv. infuus met KCL/bij een vochtbeperking.
Het is per uur!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

verschil spuitpomp en infuus pomp:
Een spuitpomp wordt gebruikt voor het toedienen van kleine hoeveelheden vocht en voor het toedienen van medicatie waarbij de dosis zeer nauwkeurig moet zijn. 

Bij een infuuspomp wordt de spuit vervangen door een infuus. Deze pomp wordt gebruikt voor het toedienen van grotere volumes.

Slide 5 - Slide

voor en nadelen van infuuspomp

  • Voordelen:
  • Je kunt de vloeistof nauwkeurig toedienen.
  • De toediening kan heel snel, en tegelijk gedoseerd gebeuren.

  • Nadelen:
  • Als het infuus subcutaan loopt, stagneert de toediening van de vloeistof niet.
  • Je bent afhankelijk van elektronische apparatuur.


Slide 6 - Slide

PCA pomp
Veelal bij pijnbestreiding en sedatie.
Pompen hebben vaak een bolusfunctie/knop

Slide 7 - Slide

PCA/Spuitpomp
Spuitpomp met mogelijkheid PCA functie

Slide 8 - Slide

CADD Solis/CADD Legacy

Thuispompen: Geschikt voor pijnstilling, insuline etc.

Slide 9 - Slide

Druppelsnelheid/Pompstand

Geef 100 ml antibiotica in 15 minuten. 
Wat is de druppelsnelheid?
Wat is de pompstand?



Slide 10 - Slide

perfusor of spuitpomp
  • wanneer over een langere periode medicatie in een kleine en zeer nauwkeurige dosering moet worden toegediend.
  • BIJV: antibiotica; cytostatica; heparine; kaliumchloride;
  • insuline; weeënremmers.

Stukje ingewikkelde rekenen: per 48 of per 50cc spuit: ligt aan de medicatie.

 

Slide 11 - Slide

po arts : 4 eh per uur actrapid moet de patiënt krijgen:

Actrapid® 100 IE / ml in 10 ml flacon

Er is gevraagd om deze patiënt 4IE/u toe te dienen.



Slide 12 - Slide

po arts : 4 eh per uur actrapid moet de patiënt krijgen:
Oplossing:
Men weet dat 100 IE = 1 ml
Maak eerst een standaardoplossing van 50 IE / 50 ml
Trek hiervoor 50 IE op in een insulinespuit (=0,5ml) en breng deze in een spuit van 50 ml die reeds voorgevuld is met 49,5 ml NaCl 0,9%

Dus: 50 IE / 50 ml -> 1 IE / 1 ml -> 4 IE = 4 ml/u
De infuuspomp wordt dus ingesteld op stand 4.0



Slide 13 - Slide

Meneer Peters heeft een maagulcus. Hiervoor krijgt hij ranitidine via een spuitpomp.

Hij moet 300 mg per 24 uur toegediend krijgen. 
De ampullen die jij in jouw bezit hebt, bevatten  50 mg per 2 mL. 

De klaargemaakte spuit is 24 uur houdbaar. 

Hoeveel milliliter ranitidine en hoeveel milliliter NaCl 0,9% doe je in een spuit voor 24 uur? 
Hoeveel milliliter per uur moet je geven ?


Slide 14 - Slide

Houd hierbij als eerste in je achterhoofd dat je de spuit beter kunt vullen tot 48 mL dan 50 mL.

Je ziet dat er 50 mg per 2 mL beschikbaar is en dat meneer Peters 300 mg nodig heeft.
50 mg x 6 is 300 mg. Je krijgt hierdoor 12 mL oplossing. Deze moet je aanvullen tot 48 mL, waardoor je 36 mL NaCl
0,9% toe moet voegen.
spuit is klaar en er zit 48 cc erin, welke verspreid over 24 uur toegediend
moet worden. 48 : 24 = 2 mL per uur.: stand 2.0 

Slide 15 - Slide

Multiplex Infusie

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Infuuszakken

Verschillende varianten: 
NaCl 0,9%, Glucose, ringerlactaat en
combinaties.

  • Zout belangrijk voor bloeddruk, bloedcellen (osmose/diffusie).
  • Bevat een aanprikrubber en een punt voor een spike.
  • Let op: Verpakking, datum, juiste middel!

Slide 18 - Slide

Infuuslijnen
  • Vele soorten en merken. 
  • Soort wordt bepaald door het merk pomp.
  • Meestal met afsluitklem, beluchter, rolklemmen (druppelregelaar),
    druppelkamer, spike, bijspuitpunt, kraantje en luerlock.
  • Controleer altijd op beschadigingen,
    verpakking.
  • Hou zoveel mogelijk gesloten om infectie
    te voorkomen.

Slide 19 - Slide

aandachtspunten bij gebruik infuuspomp of perfusor
Richt je op de complicaties die ook kunnen optreden bij het perifeer intraveneus infuus.

Zorg dat de zorgvrager op de hoogte is van de werking van de pomp.

Rapporteer naast de routinezaken met betrekking tot het infuus ook het  gebruik van de infuuspomp.

Slide 20 - Slide

algemene infuuszorg
  • schoonmaken huid rondom insteekopening
  • inspecteren op tekenen van infectie
  • aanbrengen nieuw afdekmateriaal
  • fixeren infuuscanule en infuusslang
  • evt flushen/doorspoelen van systeem 

Slide 21 - Slide

Vragen????

Slide 22 - Slide