NN - Paragraaf 11 (blz. 260 + 261)

Nieuw Nederlands
Paragraaf 11
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Nieuw Nederlands
Paragraaf 11

Slide 1 - Slide

voltooid deelwoord als bijv. nw
onvoltooid deelwoord als bijv. nw
betaalde
gelopen
lopende
gestolen
stelende
gestorven
stervende
zingende
gezongen

Slide 2 - Drag question

Werkwoordspelling
Werkwoordsvormen
(leer deze vormen uit je hoofd!)
- Infinitief (inf) --> zitten
- Persoonsvorm tegenwoordige tijd (PVTT) --> ik zit, hij zit, wij zitten
- Persoonsvorm verleden tijd (PVVT) --> zat, zaten
- Voltooid deelwoord (VD) --> gezeten
- Onvoltooid deelwoord (OD) --> zittend
- Bijvoeglijk naamwoord (BN) --> zittende jongen

Slide 3 - Slide

Werkwoordspelling H6
Werkwoordstijden
(je moet ook de afkortingen kennen!)
- Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT): Iris loopt naar school.
- Onvoltooid verleden tijd (OVT): Iris liep naar school.
- Voltooid tegenwoordige tijd (VTT): Iris is naar school gelopen.
- Voltooid verleden tijd (VVT): Iris was naar school gelopen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Ik schreef een liefdesbrief.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 6 - Quiz

Peter heeft huiswerk gemaakt.
A
OVT
B
OTT
C
VTT
D
VVT

Slide 7 - Quiz

Peter maakte huiswerk.
A
OVT
B
OTT
C
VTT
D
VVT

Slide 8 - Quiz

Ik schrijf een brief
A
ott
B
vttt
C
vtt
D
vvt

Slide 9 - Quiz

Peter had huiswerk gemaakt.
A
OVT
B
OTT
C
VTT
D
VVT

Slide 10 - Quiz

Het sneeuwde zaterdag urenlang.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 11 - Quiz

Hij wordt door haar geslagen
A
ovt
B
vtt
C
vvt
D
ott

Slide 12 - Quiz

Dat had ze nog niet eerder gedaan.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 13 - Quiz

Tijdens de studiereis zullen we een bezoek brengen aan het museum.
A
ott
B
ovtt
C
vtt
D
ottt

Slide 14 - Quiz

Heb je nog vragen?

Slide 15 - Open question

Aan de slag!
Jullie gaan maken van paragraaf 11:
Opdracht 1 + 2 + 3
Klaar? Ga leren voor de toets!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video