Herhaalles hoofdstuk 2

Herhaalles hoofdstuk 2 tot nu toe 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaalles hoofdstuk 2 tot nu toe 

Slide 1 - Slide

De afspraken
Jas uit
Tas naast je tafel
Pak je boek en pen en mobiel
Niet eten in de klas

Slide 2 - Slide

wat gaan we doen vandaag?
Herhaling van de theorie tot nu toe voorbereiden op de SO!

Slide 3 - Slide

wat moet je weten voor de so
chartaal en giraal geld
directe en indirecte ruil
saldo rekenen
electronisch betalen
spaarmotieven

Slide 4 - Slide

wat is het verschil tussen chartaal en giraal geld?

Slide 5 - Open question

Een klant betaald met zijn pinpas zijn boodschappen. Waarvan is hier sprake?
A
chartaal geld
B
giraal geld

Slide 6 - Quiz

Floor krijgt 20 euro voor het oppassen en stort dit op haar bankrekening. Waarvan is hier sprake?
A
chartaal geld
B
giraal geld

Slide 7 - Quiz

ruilen
indirect ruilen = goederen/diensten ruilen tegen goederen/diensten

indirect ruilen = goederen/diensten ruilen tegen geld (betalen)

Slide 8 - Slide

Julia heeft een zak drop en ruilt deze tegen een broodje kaas. Waarvan is hier sprake?
A
indirect ruilen
B
direct ruilen

Slide 9 - Quiz

Bas koopt op marktplaats een playstation en biedt 250 euro. Waarvan is hier sprake?
A
indirect ruilen
B
direct ruilen

Slide 10 - Quiz

saldo rekenen
formule:
begin saldo + inkomsten - uitgaven = nieuw saldo 

Slide 11 - Slide

Hans heeft 20 euro op zijn rekening staan. Hij ontvang 30 euro van zijn bijbaantje en koopt gelijk nieuwe schoenen van 40 euro. Hoeveel is zijn nieuwe saldo?

Slide 12 - Open question

Jasmijn heeft 50 euro op haar bankrekening staan. Ze geeft 75 euro uit en haar eindsaldo is 55 euro. Hoeveel heeft zij ontvangen?

Slide 13 - Open question

Els heeft 20 euro ontvangen en 40 euro uitgegeven, haar eindsaldo is 100 euro, wat was haar beginsaldo?

Slide 14 - Open question

electronisch betalen
betalingen die digitaal gaan. 
Bijvoorbeeld: pinpas, creditcard, ideal, paypall, applepay, tikkie

Slide 15 - Slide

spaarmotieven
met een doel
uit voorzorg
voor de rente

Slide 16 - Slide

rente rekenen
formule:
getal van % : 100 x spaarbedrag = rentebedrag voor 1 jaar

Slide 17 - Slide

Karel heeft 2500 euro gespaard met een rente van 1.5% reken het rentebedrag uit

Slide 18 - Open question

Sietske heeft 2000 euro gespaard met een rente van 1.4%

Slide 19 - Open question

Einde les 
succes donderdag met de so!

Slide 20 - Slide