Les 9 (18 oktober 2024)

Les 9 Wat doen we vandaag? 

1. Hoe ging het met huiswerk maken? 

2. Bespreken leesboeken. Uitleg over leesverslag opdracht. 

3. Cursus 5 Grammatica §11 Bijwoordelijke bepaling: theorie.  
4. Oefenen met opdracht 1 en 2  
5. Herhalen pv, ow, wwg, lv, mw. 

6. Afsluiting. 

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecondary EducationAge 12,13

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les 9 Wat doen we vandaag? 

1. Hoe ging het met huiswerk maken? 

2. Bespreken leesboeken. Uitleg over leesverslag opdracht. 

3. Cursus 5 Grammatica §11 Bijwoordelijke bepaling: theorie.  
4. Oefenen met opdracht 1 en 2  
5. Herhalen pv, ow, wwg, lv, mw. 

6. Afsluiting. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe ging het met huiswerk maken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Hoe lang duurde het huiswerk maken ongeveer?
minder dan 1.5 uur
meer dan 1.5 uur

Slide 3 - Poll

This item has no instructions

Boekbespreking
Jullie gaan schrijven over het leesboek wat je aan het lezen bent. 
in de boekbespreking beschrijf je: 

- Wie de hoofdpersoon(en) in het boek zijn. 
- Of er nog andere belangrijke personen zijn. Waarom zijn ze belangrijk? 
- Het genre van het boek (zie blz. 75 van Nieuw Nederlands). 
- Het thema van het boek (dat is het hoofdonderwerp). 
- Samenvatting van het boek. Leg ook de titel uit. 
- Jouw mening over het boek. Zou je het aanraden?   

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Thema
- Waar draait het boek om? Dat is het thema van het boek. 
- Je zou ook kunnen zeggen dat het thema het hoofdonderwerp van het boek is dat als het ware door je hele verhaal heen loopt. 
- Sommige boeken hebben meerdere thema’s die met elkaar verweven zijn of in het verlengde van elkaar liggen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bijwoordelijke bepaling

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bijwoordelijke bepaling
Bijwoordelijke bepaling





De dikgedrukte woorden zijn bijwoordelijke bepalingen
Op zolder - bijw bep van plaats
Over twee weken - bijw bep van tijd
Vanwege het slechte weer - bijw bep met reden 



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bijwoordelijk bepaling geven vaak 
antwoord op deze vragen:
Wanneer, waar, waardoor, 
waarheen, waarom(enzovoorts) en 
hoe, hoelang, hoever (enzovoorts)

Bijwoordelijke bepaling in een zin:
Geen
Eén
Meerdere


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Elke ochtend open je jouw kledingkast
Wat is de bwb?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Je vindt daar een wirwar aan stoffen, kleuren, knopen en prints.
Wat is de bwb?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Tussen 2000 en 2015 is de kledingproductie verdubbeld.
Wat is de bwb?
A
verdubbeld
B
kledingproductie
C
Tussen 2000 en 2015
D
2000 en 2015

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Het tweede beeldscherm
is
aangekomen.
eindelijk
bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

De docent wiskunde
heeft
Amber
uitleg
gegeven.
na het laatste lesuur
bijwoordelijke bepaling

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

heeft
de trainer
de spelers
toegesproken.
Voor de wedstrijd
een voor een
bijwoordelijke bepaling
bijwoordelijke bepaling

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Oefenen (zie boek, blz. 224) 
Lees de zinnen a tot en met d. Breid de zinnen uit met steeds een andere bijwoordelijke bepaling. 

a De bus is vertrokken.
b Deze deejay draait harde muziek.
c Familie Kleyn heeft een tiny house gekocht.
d Kim volgde het wandelpad.

Op welke geeft jouw bijwoordelijke bepaling antwoord? 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welke zinsdelen ken je nu?

  • persoonsvorm 
  • onderwerp
  • werkwoordelijk gezegde 
  • lijdend voorwerp
  • meewerkend voorwerp
  • bijwoordelijke bepaling

Weet je ook nog hoe je ze in de zin kan vinden? Even herhalen! 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan jou kan ik geen geheim vertellen.
Aan jou =
A
een bijwoordelijke bepaling
B
een meewerkend voorwerp
C
een onderwerp
D
een lijdend voorwerp

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

De kapitein is naar een onbewoond eiland gevaren.
Wat is het wg?
A
is gevaren
B
naar een onbewoond eiland gevaren
C
De kapitein is
D
onbewoond eiland

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De kapitein is naar een onbewoond eiland gevaren.
Wat is het ow?
A
onbewoond eiland
B
De kapitein

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hij heeft zijn eten nog steeds niet opgegeten.
Wat is het lv?
A
Hij
B
opgegeten
C
zijn eten
D
nog steed niet

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Mijn moeder gaf me een knuffel

Wat is het mw?
A
mijn moeder
B
me
C
gaf
D
een knuffel

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een bijwoordelijke bepaling
In één zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen voorkomen:

 

Er / woonden/ eens /een man en een vrouw /arm maar gelukkig 

/samen met hun twee kinderen/ in een donker bos.
bwb
bwb
bwb
bwb

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Ober, breng mij eens een glas water, alsjeblieft.
Mij =
A
een bijwoordelijke bepaling
B
een meewerkend voorwerp
C
een lijdend voorwerp
D
een onderwerp

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Verander toch eens iets aan die haren van je !
aan die haren van je =
A
een bijwoordelijke bepaling
B
een meewerkend voorwerp
C
een onderwerp
D
een lijdend voorwerp

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Ik zal de anderen heus niets vertellen.

de anderen =
A
een bijwoordelijke bepaling
B
een meewerkend voorwerp
C
een lijdend voorwerp
D
een onderwerp

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Gisteren
leende
zijn rekenmachine
aan Michiel.
Jurgen
onderwerp
persoonsvorm
lijdend 
voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions


Bevat deze zin een bijwoordelijke bepaling?
De oppas wachtte op het schoolplein op haar oppaskinderen.
A
Nee, de zin bevat geen bijwoordelijke bepaling.
B
Ja, de zin bevat één bijwoordelijke bepaling.
C
Ja, de zin bevat twee bijwoordelijke bepalingen.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Lesafsluiting
Volgende week is er geen les, maar wel de week erna (2 november). Dat is weer een les op St. Clonleth's.  Je huiswerk is: 

 ▪ Maak een leesverslag over het leesboek wat je op dit moment aan het lezen bent. Je hoeft het boek niet helemaal uit te hebben om het verslag te schrijven, maar zorg er wel voor dat je in ieder geval de helft hebt gelezen. Email mij je leesverslag als het klaar is (uiterlijk 2 november). 

 ▪ Cursus 5 Grammatica §11 opdracht 3 en 4 (online leeromgeving). 

Je kunt je huiswerk maken in de online leeromgeving of in je boek. Als je het in je boek maakt, stuur mij dan een foto van je huiswerk voor de volgende les. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Extra: Bijwoordelijke bepaling

Slide 29 - Slide

VWO moet de verschillende soorten bwb's kunnen herkennen.