2.2 De invloed van de hoogte en de zee

1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat hoort NIET bij de 3 factoren die de temperatuur beïnvloeden?
A
Breedteligging/afstand van de evenaar
B
Hoogte
C
Afstand van de meridiaan
D
Nabijheid van de zee

Slide 10 - Quiz

Waarom is het op grote hoogte kouder dan laag?

Slide 11 - Open question

Met hoeveel graden daalt de temperatuur bij 1 km omhoog?
A
2 graden omlaag
B
4 graden omlaag
C
6 graden omlaag
D
8 graden omlaag

Slide 12 - Quiz

Met hoeveel graden daalt de temperatuur bij 1 meter omhoog?
A
6 graden omlaag
B
0,6 graden omlaag
C
0,06 graden omlaag
D
0,006graden omlaag

Slide 13 - Quiz

Zonnestralen verwarmen het aardoppervlak en de atmosfeer houdt de warmte vast. Dit heet het .......

Slide 14 - Open question

De zee heeft een 'matigend' effect. Dat betekent dat:
A
de temperatuur in de zomer niet super heet kan worden
B
de gemiddelde temperatuur in de zomer niet zo hoog is
C
de temperatuur in de winter niet koud kan worden
D
de gemiddelde temperatuur in de winter heel laag is

Slide 15 - Quiz

Wat is een aanlandige wind?
A
Wind van zee naar land
B
Wind van land naar zee
C
Geen idee
D
Wie laat hier een wind?

Slide 16 - Quiz

Wat is een aflandige wind?
A
Wind van zee naar land
B
Wind van land naar zee
C
Geen idee
D
Wie laat hier een wind?

Slide 17 - Quiz

Bij welke wind is er veel invloed van zee op het weer/klimaat?
A
Bij aanlandige wind
B
Bij aflandige wind
C
Bij allebei niet
D
Bij allebei

Slide 18 - Quiz

Bij welke wind is er weinig invloed van zee op het weer/klimaat?
A
Bij aanlandige wind
B
Bij aflandige wind
C
Bij allebei niet
D
Bij allebei

Slide 19 - Quiz

Heeft Nederland een warme of koude zeestroom die invloed heeft op de temperatuur?
A
Koude zeestroom
B
Warme zeestroom
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 20 - Quiz

Je kunt benoemen welke 3 factoren de temperatuur beïnvloeden

Slide 21 - Open question

Je kunt uitleggen waarom het op een bergtop kouder is dan onderaan een berg

Slide 22 - Open question

Je kunt uitleggen waarom de temperatuurverschillen tussen z en w aan zee kleiner zijn dan landinwaarts

Slide 23 - Open question

Einde van de Lessonup! 
Goed gedaan! 

Slide 24 - Slide