Present SimpleBij I/we/you/they -> hele werkwoord
He/she/ it -> hele werkwoord + s (shit regel)
-Iets wat je altijd doet.
I cycle to school every day.
-Iets wat je vaak doet.
She walks in the forest very often.
-Iets wat je nooit doet.
We never eat bacon.
Present continuousAm/is/ are + werkwoord + ing
-Iets wat je nu aan het doen bent.
I am cycling to school right now.
-Iets wat tijdelijk zo is.
My sister is staying in London for the weekend.
-Iets wat je irritant vindt.
My parents are constantly complaining about my messy room.