H5.2

H5.2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H5.2

Slide 1 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
De vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan op het zelfstandig naamwoord. 
Enk
Mv
Man
-
s
vrouw
e
es

Slide 3 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord 
Geef de goede vorm van het bijvoeg.nw: la petit fille 
  1. bijvoeglijk naamwoord: petit
  2. Waar zegt het wat van?  la fille
  3. ZNW: m/v, enk/mv            v/enk 
  4. Schema:  la petite fille

Slide 4 - Slide

hoe vervoeg je de bijvoeglijk naamwoorden:
bijvoeglijk naamwoord + es
bijvoeglijk naamwoord + e
bijvoeglijk naamwoord + s
mannelijk meervoud
vrouwelijk enkelvoud
vrouwelijk meervoud

Slide 5 - Drag question

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 6 - Drag question

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Le lit est grand.
B
Le lit est grande.

Slide 7 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Les filles sont petit.
B
Les filles sont petite.
C
Les filles sont petits.
D
Les filles sont petites.

Slide 8 - Quiz

Tu (écouter) in de passé composé:
A
as écouté
B
a écouté
C
ont écouté
D
e écouté

Slide 9 - Quiz

Ils ............. (acheter). Wat is de passé composé?
A
ont acheté
B
a acheté
C
a achtent
D
as acheter

Slide 10 - Quiz

Elles..... (regarder, passé composé)
A
elles ont regardé
B
elles a regarder
C
elles as regardé
D
elles a regardée

Slide 11 - Quiz

Vous........ (parler)
(passé composé)
A
avez parlé
B
as parlé
C
sont parler
D
avons parler

Slide 12 - Quiz

Je....... (aimer) passé composé
A
Je ai aimé
B
J'aime
C
J'ai aimer
D
J'ai aimé

Slide 13 - Quiz

login in blooket

Slide 14 - Slide