Bijvoeglijk naamwoord


Het bijvoeglijk naamwoord
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson


Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Wat weten jullie nog?

Slide 2 - Slide

Noem een paar Franse bijvoeglijke naamwoorden op die je kent

Slide 3 - Mind map

Waar gebruik je bijvoeglijke naamwoorden voor?

Slide 4 - Mind map

De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan _______ het zelfstandig naamwoord.
A
voor
B
achter

Slide 5 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord
 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan op het zelfstandig naamwoord. 
Enk
Mv
Man
-
s
vrouw
e
es

Slide 6 - Slide

Voorbeelden
Il habite dans une grand maison
Une maison = vrouwelijk enkelvoud
Grand --> grande

Il habite dans une grande maison

Slide 7 - Slide

Bijv.naamwoord die er voor komen

Slide 8 - Slide

Intéressant
Beau
Nouveau
Bleu
Petite
Voor het zelfstandig naamwoord
Na het zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Drag question

Het bijvoeglijk naamwoord - vorm
Het bijvoeglijk naamwoord; groen = vert

Le garçon = man. enk. --> Le garçon vert
La fille = vrouw enk. --> la fille verte
Les filles = vrouw. mv. --> les filles vertes
Les garçons = man. mv. --> les garçons verts

Slide 10 - Slide

De vrouwelijke vorm (enk) van NOIR
A
noire
B
noir
C
noirs
D
noires

Slide 11 - Quiz

De mannelijke vorm (enk) van GROS
A
Gross
B
Groses
C
Gros
D
Grox

Slide 12 - Quiz

De blauwe trui
(bleu, le pull)

Slide 13 - Open question

Een intelligent meisje (intelligent, une fille)

Slide 14 - Open question

Bijzondere vormen
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -x-, krijgt de vrouwelijke vorm -se- op het einde.
Heureux - heureuse

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -f-, krijgt de vrouwelijke vorm -ve- op het einde. 
Sportif - sportive

Slide 15 - Slide

Bijzondere vormen
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -ien-, krijgt de vrouwelijke vorm -ienne- op het einde.
Italien - Italienne

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -eux-, krijgt de vrouwelijke vorm -euse- op het einde. 
dangereux - dangereuse

Slide 16 - Slide

De vrouwelijke (enk) vorm van jaloux
A
jaloux
B
jalouxe
C
jalouse
D
jalouses

Slide 17 - Quiz

Vrouwelijke vorm (meervoud) van délicieux
A
délicieux
B
délicieuses
C
délicieuss
D
délicieuse

Slide 18 - Quiz

Mannelijk (enkelvoud) van het woord; sportif
A
sportif
B
sportives
C
sportifs
D
sportive

Slide 19 - Quiz

Enkele bijzondere vormen
Vieux - vieille (oud)
Nouveau - nouvelle (nieuw)
beau - belle (mooi)
bon - bonne (goed,lekker)
Blanc - blanche (wit)
fou - folle (gek)
long - longue (lang)

Slide 20 - Slide

Een goed boek
A
Un bon livre
B
Une bonne livre
C
Une livre bonne
D
Un livre bon

Slide 21 - Quiz

Een gevaarlijke weg

Dangereux
A
Une route dangereux
B
Une route dangereuses
C
une route dangereuse
D
une dangereuse route

Slide 22 - Quiz

La fin!

Slide 23 - Slide