SINTERKLAASQUIZ

Sinterklaasquiz 3B
  • Maak groepjes van 2 of 3 leerlingen. Zorg er voor dat je bij elkaar zit zodat je kan overleggen.
  • Je hebt pen en papier nodig.
  • 1 leerling logt in

1 / 30
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Sinterklaasquiz 3B
  • Maak groepjes van 2 of 3 leerlingen. Zorg er voor dat je bij elkaar zit zodat je kan overleggen.
  • Je hebt pen en papier nodig.
  • 1 leerling logt in

Slide 1 - Slide

OPDRACHT 1
Groepsopdracht:
Bedenk zoveel mogelijk woorden die rijmen op de woorden pepernoot en docent. Het groepje dat wint, krijgt 3 punten. 

Jullie krijgen hier 2 minuten voor!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Sint Nicolaas is geboren in Myra,
Waar ligt dat?
A
Spanje
B
Turkije
C
Griekenland
D
Italië

Slide 4 - Quiz

Wat was het beroep van Sinterklaas?
A
Priester
B
Pastoor
C
Dominee
D
Bisschop

Slide 5 - Quiz

Wat is het begin van het nieuwe couplet?
A
kijk piet staat te lachen
B
Oh, lieve Sint Nicolaas
C
Huppelt zijn paardje het dek op en neer
D
Ik heb genoeg lekkers voor heel Nederland

Slide 6 - Quiz

Tegen wie zei piet "Ik geloof dat er in mijn achterband een pepernootje zit."
A
tegen de smid
B
tegen een andere piet
C
tegen de fietsenmaker
D
tegen sinterklaas

Slide 7 - Quiz

Hoeveel leerlingen in 3B doen aan voetbal bij een vereniging?
A
10
B
12
C
8
D
15

Slide 8 - Quiz

Welke andere sporten worden er onder andere beoefend door klasgenoten?
A
Dansen
B
Kickboksen
C
Turnen
D
Volleybal

Slide 9 - Quiz

Wat hoort niet bij de kleding van piet?
A
pofbroek
B
zak
C
cape
D
baret

Slide 10 - Quiz

Hoe heet het paard van Sinterklaas?
A
Amerigo
B
Witje
C
Ozosnel
D
Snowie

Slide 11 - Quiz

Met het aantal behaalde gele formulieren kan mevrouw Bouter dit vullen:
A
De vloer van lokaal 4 (8x8 meter)
B
De lange tafel op de science (12x1,5 meter)
C
Het grootste raam in lokaal 4 (2x2,50 meter)
D
Het digibord in lokaal 4 (1x1,5 meter)

Slide 12 - Quiz

1

Slide 13 - Video

Wat zat er niet in de schoen?
A
Een pop met vlechten in het haar
B
Een snoezig jurkje
C
Twee kaatsenballen in een net
D
Een lekker van chocola

Slide 14 - Quiz

Wat zit er niet in pepernoten?
A
Peper
B
Zout
C
Speculaaskruiden
D
Suiker

Slide 15 - Quiz

Welke chocoladeletter wordt er het meest verkocht?
A
L
B
M
C
K
D
W

Slide 16 - Quiz

Hoeveel dagen t/m nu is klas 3B naar school geweest?
A
61
B
76
C
103
D
87

Slide 17 - Quiz

3B is 61 dagen naar school geweest.
Zijn er in totaal meer of minder te laat meldingen dan 61 in SOM genoteerd?
A
Meer
B
Minder

Slide 18 - Quiz

Er zijn 51 te laat meldingen genoteerd. Hoeveel voetbalwedstrijden konden er in deze tijd gespeeld worden?
A
3 wedstrijden (271 minuten)
B
8 wedstrijden (755 minuten)
C
5 wedstrijden (468 minuten)
D
4 wedstrijden (376 minuten)

Slide 19 - Quiz

Hoeveel leerlingen zijn niet terug te vinden in de te laat lijst?
A
3
B
7

Slide 20 - Quiz

Hoeveel chocoladeletters worden er ongeveer per jaar gemaakt?
A
5 miljoen
B
10 miljoen
C
15 miljoen
D
20 miljoen

Slide 21 - Quiz

Welk nummer heeft de pakjesboot?
A
11
B
12
C
13
D
14

Slide 22 - Quiz

Wanneer is Sinterklaas gestorven?
A
25 mei
B
6 december
C
5 december
D
26 mei

Slide 23 - Quiz

De tussenstand:

Slide 24 - Slide

Extra punten verdienen
Los de rebus op, 3 punten extra bij een goed antwoord! Steek je hand op als je het weet. 
Voor je beurt praten is -2 punten.

Slide 25 - Slide

timer
0:20

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

timer
0:20

Slide 29 - Slide

Zelfstandige naamwoorden
Mensen, dieren en dingen.
Voor een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord zetten. 
 
Noteer zoveel mogelijk zelfstandige naamwoorden die met Sinterklaas te maken hebben ! (2 min)

Slide 30 - Slide