This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
In Amsterdam werken diverse bloemenwinkels samen. Hierdoor kopen zij steeds vaker rechtstreeks in bij de kwekers. Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie
Slide 2 - Quiz
Wat is een kenmerk van een dienst?
A
Bij een dienst ligt de nadruk op standaardisatie
B
Bij een dienst is er sprake van gelijktijdige productie en afname
C
Een dienst kan op voorraad worden geproduceerd
Slide 3 - Quiz
Een supermarkt besluit naast levensmiddelen ook vakanties aan te bieden. Welke assortimentsdimensie verandert hierdoor?
A
Consistentie
B
Diepte
C
Lengte
Slide 4 - Quiz
Een houthandelaar heeft grote voorraden om nee-verkoop te voorkomen. Van welke assortimentsdimensie is hier sprake?
A
Breedte
B
Hoogte
C
Lengte
Slide 5 - Quiz
Wat gebeurt er in de neergangsfase van de productlevenscyclus?
A
De fabrikant introduceert een nieuw product.
B
De omzet van het product stabiliseert.
C
Een aantal fabrikanten verlaat de markt.
Slide 6 - Quiz
Een bedrijf kiest ervoor om een tussenhandel in te schakelen. Van welke beweging is hier sprake?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie
Slide 7 - Quiz
Een fabrikant van kant-en-klaarmaaltijden maakt gebruik van intensieve distributie. Deze fabrikant levert aan….
A
Alle specialiteitenzaken in een regio
B
Alle supermarkten in de regio
C
Enkele supermarkten in de regio
Slide 8 - Quiz
Een bedrijf in kantoorartikelen besluit de levering van zijn producten zelf te gaan verzorgen. Van welke beweging in de bedrijfskolom is hier sprake?
A
Integratie
B
Differentiatie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie
Slide 9 - Quiz
Bij selectieve distributie levert een bedrijf aan…..
A
Alle supermarkten
B
De groothandel
C
Dealernetwerk
Slide 10 - Quiz
Een webshop in elektronica verkoopt printers. De webshop stimuleert klanten om direct cartridges en printpapier te bestellen. Welke verkooptechniek gebruikt de webshop?