nederlands woordenschat h1 havo3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

nederlands woordenschat h1 havo3

Een stijlfiguur gebruik je om iets te benadrukken. 

herhaling:

– Plus geeft meer, veel meer.

tegenstelling:

– Vierkant in de fles, rond op de tong 

opsomming:

– Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder 

Bijzondere opsommingen zijn:

de drieslag, een opsomming van drie woorden, zinnen of zinsdelen:

– Bloed, zweet en tranen

de climax, een steeds sterker wordende reeks:

– Je hebt goed, je hebt beter, je hebt het beste 

de omgekeerde climax, een steeds zwakker wordende reeks:

– Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.

apps.noordhoff.nl

Apple iPhoto. Shoot it. Save it. Share it.

1. herhaling
2. opsomming
3. drieslag
4. tegenstelling

De trainer werd eerst boos, toen kwaad, daarna woedend op Diederik.

1. herhaling
2. climax
3. drieslag
4. tegenstelling

Rico heeft een grote mond, maar een klein hartje.

1. climax
2. omgekeerde climax
3. tegenstelling
4. herhaling

Drommels, drommels en nog eens drommels.

1. opsomming
2. tegenstelling
3. herhaling
4. omgekeerde climax

Twan won geen € 100,-, geen € 50,-, geen € 10,-, maar slechts € 2,- met zijn lot.

1. drieslag
2. omgekeerde climax
3. herhaling
4. opsomming

Bij de kwekerij kun je tegen scherpe prijzen beuken, berken en eiken kopen.

1. opsomming
2. tegenstelling
3. herhaling
4. drieslag

Bij een massamedium als internet gaat het om drie dingen: bereik, bereik en bereik.

1. herhaling
2. climax
3. omgekeerde climax
4. tegenstelling

In de aanloop naar de verkiezingen bleek maar weer eens: veel geschreeuw, maar weinig wol.

1. herhaling
2. drieslag
3. climax
4. tegenstelling