2V 4 P4 Verlicht denken 2

1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
je kunt uitleggen hoe de denkwijze van de wetenschappelijke revolutie zorgde voor de Verlichting. (T2)
Je kunt je mening vormen over een verlichtingsdilemma. (I)
Je kunt uitleggen hoe verlichte denkers dachten over cultuur, economie, politiek en sociale verhoudingen.

Slide 3 - Slide

Algemene ontwikkelingen 17e + 18e eeuw (chronologie)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Na de wetenschappelijke revolutie (17e eeuw, TV 6) kwam de Verlichting)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Verlichting: 18e eeuw/TV 7

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Verlicht denken: cultuur (religie)
Voltaire:
Voor tolerantie en godsdienstvrijheid;
Tegen godsdienstvervolgingen;
Kritiek op katholieke kerk. Voltaire twijfelde aan het nut van de geestelijkheid (mensen met een functie in de kerk).

Wat zouden de absolutistische Franse koningen hiervan vinden? 

Slide 12 - Slide

Verlicht denken: Politiek 
Jean-Jacques Rousseau:
Volkssoevereiniteit: alle macht bij het volk, maar koning is daar voor het volk en regeert namens de algemene wil van het volk.
Sociaal contractdenker.

John Locke:
Overheid moet de natuurlijke rechten van burgers beschermen.
Sociaal contractdenker.

Montesquieu:
Trias politica: scheiding der machten, zodat niemand te veel macht krijgen / er geen machtsmisbruik mee is.



Slide 13 - Slide

Verlicht denken: politiek: Rousseau
Volkssoevereiniteit: het volk heeft de hoogste macht, dus koning moet regeren naar de algemene wil van het volk.

Sociaal contract: de vorst krijgt zijn macht van het volk. Bestuur door het hele volk = onmogelijk. Daarom had het volk de macht aan een koning gegeven.
Dus: tegen absolutisme…


Slide 14 - Slide

Verlicht denken: politiek: Locke
Ieder mens bij geboorte bepaalde grondrechten of natuurlijke rechten: recht op leven, vrijheid en bezit  regering moet die rechten beschermen.
Sociaal contractdenker: de vorst kreeg zijn macht van het volk. Bestuur door het hele volk was onmogelijk. Daarom had het volk de macht aan een koning gegeven.
RADICAAL: tegen absolutisme, maar ook: als een vorst zijn macht misbruikt of niet geschikt is, mag het volk in opstand komen!

Slide 15 - Slide

Verlicht denken: politiek: Montesquieu
Wilde wel een monarchie (koningschap), maar ook scheiding der machten (trias politica):
Wetgevende macht: maken wetten en controleren uitvoerende macht.
Uitvoerende macht: uitvoeren wetten van de wetgevende macht.
Rechterlijke macht: toepassen wetten in rechtspraak.
Tegen absolutisme: deze macht mogen niet in handen zijn van één persoon, maar juist scheiding der machten.


Slide 16 - Slide

Montesquieu over de scheiding der machten

Slide 17 - Slide

Verlicht denken: sociale verhoudingen
Rousseau:
Tegen ongelijkheid van de standenmaatschappij (geestelijkheid, adel en boeren/stedelingen);
Mensen bij de geboorte gelijk aan elkaar.


Slide 18 - Slide

Verlicht denken: economie
Adam Smith:
Zoveel mogelijk vrijheid in economie.
Vrijemarkteconomie: overheid moet zich weinig bemoeien met de economie.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
je kunt uitleggen hoe de denkwijze van de wetenschappelijke revolutie zorgde voor de Verlichting. (T2)
Je kunt je mening vormen over een verlichtingsdilemma. (I)
Je kunt uitleggen hoe verlichte denkers dachten over cultuur, economie, politiek en sociale verhoudingen.

Huiswerk: opdrachtenblad + vragen 14, 17, 18, 19 uit boek (4.2) 

Slide 21 - Slide