TEKENMAP JR 2. (alle niveaus)

Daan 


Kenn
Tygo 
Lenna
Appie
TobiaszStijn, 
Senn

Faye

Jur

Tycho
DOCENT
B2A
C1-6
Soraiya
Robin,
Ruben
Joery
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Daan 


Kenn
Tygo 
Lenna
Appie
TobiaszStijn, 
Senn

Faye

Jur

Tycho
DOCENT
B2A
C1-6
Soraiya
Robin,
Ruben
Joery

Slide 1 - Slide

DOCENT
C1-4 / B2A
Lena
SENN 
STIJN

KENN
JUR
FAYE
RUBEN
ROBIN
SORAIYA
TYCHO
APPIE
TYGO

TOBIASZ

JOERY

Slide 2 - Slide

KLASSENREGELS B2A
  • HOUD DE TAFELS, HET MATERIAAL EN HET LOKAAL NETJES EN SCHOON
  • NIET STOEIEN IN HET LOKAAL
  • ER WORDT RUSTIG GEWERKT EN ER MAG GEZELLIG GEKLETST WORDEN
  • ER WORDT NIET GEROEPEN OF GESCHREEUWD
  • JE BLIJFT OP JE EIGEN PLEK ZITTEN
  • JE GAAT NIET MET DE DOCENT IN DISCUSSIE OVER DE PLEK WAAR JE MOET ZITTEN
  • ALS JE JE NIET AAN DE AFSPRAKEN HOUDT, ZIT DAAR EEN CONSEQUENTIE AAN VAST.
    1E WAARSCHUWING = EEN WAARSCHUWING
    2E WAARSCHUWING = JE GAAT APART ZITTEN.
    3E WAARSCHUWING = WORD JE ERUIT GESTUURD.

Slide 3 - Slide

https://elinejansen.wixsite.com/bevo
OPDRACHTEN WEBSITE BEELDENDE VORMING

Slide 4 - Slide

TEKENMAP

Slide 5 - Slide

TEKENLES B2M

1. Aan het begin van de les ga je op je plek zitten. Na de opstart pak je pas je tekenmap / je spullen.

2. Je wacht rustig totdat de opstart begint.

3. Bij de opstart vertelt de docent wat we gaan doen deze les en wat er verwacht wordt van jou. 
Als de docent aan het woord is ben jij stil, anders is er een consequentie.



4. 
 OPDRACHT: TEKENMAP

  • 11:45 - 11:55 = OPSTART

  • 11:55 - 13:15 = ZELFSTANDIG     
                            AAN HET WERK

  • 13:15 - 13:25 = OPRUIMEN

    LAAT HET LOKAAL NETJES   
    ACHTER!

Slide 6 - Slide


WAT IK VAN JULLIE VERWACHT:
  1. TELEFOON IN TELEFOON TAS BIJ BINNENKOMST LOKAAL;
    ZIE IK DAT JE TOCH OP JE TELEFOON ZIT ALS HET NIET MAG,  DAN NEEM IK HEM IN TOT HET EINDE VAN DE LES. -GEBRUIK JE LAPTOP OF VRAAG EEN CHROMEBOOK ALS JE DINGEN MOET OPZOEKEN.
     
  2. ALS DE DOCENT AAN HET WOORD IS BEN JIJ STIL, WIL IK JE GEZICHT
    KUNNEN ZIEN EN MAAK JE JE HANDEN LEEG.
    -IK VERWACHT VAN JOU DAT JE ZELF DE VERANTWOORDELIJKHEID NEEMT OM JE 
      DAARAAN TE HOUDEN EN DAT IK JE NIET HOEF TE WAARSCHUWEN.

  • ALS JE JE NIET AAN DE AFSPRAKEN HOUDT, ZIT DAAR EEN CONSEQUENTIE AAN VAST.

  • ALS JULLIE JE ALS KLAS NIET AAN DE AFSPRAKEN KUNNEN HOUDEN GA IK OVER OP EEN   PLATTEGROND VOOR DE REST VAN HET JAAR.    
     
  4. ER MAG GEZELLIG GEKLETST WORDEN TIJDENS TEKENEN, MAAR ER WORDT NIET GEKLOOT /   
       LAWAAI GEMAAKT EN JE GAAT GEWOON AAN HET WERK.
AFSPRAKEN B2M

Slide 7 - Slide

DOCENT
C1-4 / B2M
MER-
LÈNE


ISA

EVA S.
DENZEL
SYLVANA

PIETER
LISA K., LISA B., EMMA, ROSALYN
VANES-SA

JESSE
IRIS

EVA K.

Slide 8 - Slide

TEKENMAP

Slide 9 - Slide

HANDVAARDIGHEID - TEKENEN 
  3-dimensionaal                            reliëf                         2-dimensionaal

Slide 10 - Slide

(BEELDTAAL & BEELDASPECTEN)
LIJN
VORM
KLEUR
RUIMTE
LICHT
COMPOSITIE / ORDENING
TEKENMAP

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

(Afb. bij hand-out havo-vwo)

Slide 15 - Slide

BEELDTAAL & BEELDASPECTEN
  • Met beeldtaal kan je een verhaal vertellen!
  • Beeldaspecten zijn de onderdelen waaruit een   kunstwerk is opgebouwd.
  • Met de beeldaspecten (de woorden v/d beeldtaal)   kun je bijvoorbeeld een bepaalde emotie, een verhaal, een droom of een idee verbeelden.  

Slide 16 - Slide

              KIJK NAAR DE VOLGENDE     
              AFBEELDINGEN:

WELK BEELDASPECT HERKEN JE ?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

BEELDTAAL & BEELDASPECTEN
Om duidelijk te maken wat je wil verbeelden / vertellen, heb je een taal nodig. Bij beeldende kunst heet dat beeldtaal. De woorden van de beeldtaal noem je de beeldaspecten. Lijn, licht, ruimte, kleur, compositie en vorm.

Dit is waar je onder andere over leert bij het vak kunst (tekenen en handvaardigheid).
Je leert zo ook hoe je de wereld om je heen kunt 'ontleden' en verklaren. Je leert om creatief en ''out of the box'' te denken. 

Wat kan je allemaal verbeelden? 
:Gevoel, emotie, idee, inzicht, ontwerp.


Slide 26 - Slide

VORM
KLEUR
LICHT
COMPOSITIE
RUIMTE
LIJN

Slide 27 - Slide

Opdracht tekenmap:

1: Vouw je blad dubbel en tape de zijkanten dicht.

2: Teken op de voorkant van je tekenmap eerst rondom een kader van 2 cm met potlood en een lange liniaal. 

3: Zet onder en boven een stipje op het midden.van de lijn. Verdeel het vlak dan aan de binnenkant in 2 kruizen. Je begint in het midden en trekt lijnen naar de hoeken.

4: Zet 2 lijnen met potlood en liniaal In het middelste vak schrijf je je naam in blokletters.

5: Schrijf hierin netjes met blokletters je naam.


6: Schrijf boven het linker boven vlak het woord VORM. In het volgende vak rechts daarvan: KLEUR..
Naast het meest rechtse vak schrijf je overdwars LICHT. Rechts onder schrijf je COMPOSITIE. Links onder schrijf je RUIMTE en links aan de zijkant schrijf je ook overdwarS LIJN.




                                      SUCCES!

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Doel van deze opdracht = kennis maken met de beeldaspecten.

Wie kan de beeldaspecten noemen?

En kan je ook uitleggen wat ermee bedoeld wordt?


Slide 31 - Slide

Geometrisch = 
Vormen die met lineaal / passer kunt maken.
Organisch =
Organische vormen zijn vloeiende vormen. Geen hoeken en strakke lijnen in beeld. Als je spreekt van een organische vorm denk je meestal aan de natuur, want in de natuur vind je veel organische vormen.
VORM (2D - 3D)

Slide 32 - Slide

LICHT (+schaduw) 

LICHT: Zonder licht kunnen we niets zien. De dingen worden pas zichtbaar als er licht op valt, dat licht kaatst dan terug in onze ogen, waardoor we zien. 

SCHADUW: Als je het over licht hebt, heb je het ook over schaduw. Als dingen 3D zijn, is er altijd een schaduw als er licht op schijnt. Zo kun je iets er realistisch uit laten zien en ruimtelijk laten lijken op het platte vlak.
Eigen schaduw

Slagschaduw

Slide 33 - Slide

KLEUR
Met kleur kan je o.a. een sfeer/stemming weergeven, iets benadrukken (door contrast) of een signaal afgeven.
SIGNAAL
CONTRAST
SFEER

Slide 34 - Slide

RUIMTE
De manier waarop ruimte gesuggereerd wordt op het platte vlak.
Atmosferisch perspectief (kleurvervaging)
Lijnperspectief + verkleining
Overlapping+ afsnijding
Verkleining
Licht

Slide 35 - Slide

COMPOSITIE / ORDENING
De manier waarop beeldelementen zijn geordend.
Driehoekscompositie
Dynamisch
Symmetrisch

Slide 36 - Slide

LIJN
Iedere tekening begint met een lijn. Maar er zijn heel veel verschillende soorten lijnen en je kunt er van alles mee!

Dikke, dunne, kronkelende, rechte, onderbroken, harde, zachte. 

- arceren
- toon
- textuur
- stofuitdrukking

Slide 37 - Slide