Cursus 7 Spelling par 5 bijvoeglijk naamwoord 2B,2K,2T

Nederlands
Cursus 7 spelling, par. 5 bijvoeglijk naamwoord
2BK 2KT 2TH
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Cursus 7 spelling, par. 5 bijvoeglijk naamwoord
2BK 2KT 2TH

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Nakijken huiswerk par. 3 en 4
- Herhalen en oefenopdracht hoofdletters en leestekens.
- Uitleg cursus 7 - spelling: par 5, bijvoeglijk naamwoord
- Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Nakijken
- Nakijken huiswerk par. 3 en 4


  • 2T: Kijk na met de antwoordbladen. 
  • 2K: Kijk na via het bord

Slide 3 - Slide

Hoofdletters


Wanneer gebruiken we hoofdletters?


Slide 4 - Slide

Wat is een citaat?

Slide 5 - Open question

Oefenopdracht - wisbordjes
Zet hoofdletters én leestekens in de onderstaande zin:

1) mijn baas zei tegen mij ik ben tevreden over je



Slide 6 - Slide

Oefenopdracht - antwoord
Zet hoofdletters én leestekens in de onderstaande zinnen:

1) mijn baas zei tegen mij ik ben tevreden over je
Mijn baas zei tegen mij: ‘Ik ben tevreden over je.’



Slide 7 - Slide

Oefenopdracht - wisbordjes
Zet hoofdletters én leestekens in de onderstaande zin:




2) ben je bijna thuis appte mijn zus


Slide 8 - Slide

Oefenopdracht - antwoord
Zet hoofdletters én leestekens in de onderstaande zin:



2) ben je bijna thuis appte mijn zus
‘Ben je bijna thuis?’, appte mijn zus.




Slide 9 - Slide

Oefenopdracht - wisbordjes
Zet hoofdletters én leestekens in de onderstaande zin:



3) onze oma zegt altijd leef nu en geniet


Slide 10 - Slide

Oefenopdracht - antwoord
Zet hoofdletters én leestekens in de onderstaande zinnen:


3) 0nze oma zegt altijd leef nu en geniet
Onze oma zegt altijd: ‘Leef nu en geniet.’


Slide 11 - Slide

Uitleg cursus 7 Spelling, par. 5 bijvoeglijk naamwoord
2B: bladzijde

2K: bladzijde

2T: bladzijde

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Aantekening cursus 7 spelling - 
§5 bijvoeglijk naamwoord
De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e): lekker - lekkere, klein - kleine

Let op, soms moet je daarnaast:
een -f- in een -v- veranderen (de f/v-regel): lief → lieve; naïef → naïeve;
een -s- in een -z- veranderen (de s/z-regel): grijs → grijze; serieus → serieuze;
 de laatste letter (medeklinker) verdubbelen: fris → frisse; glad → gladde;
een a, e, o of u (klinker) weghalen: traag → trage; zuur → zure.

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en: houten, papieren, wollen, maar niet altijd (een polyester T-shirt).




Slide 14 - Slide

Zelfstandig aan de slag! 
Maak in je schrift alle opdrachten van

Cursus 1 - cursus 7 spelling - §5 bijvoeglijk naamwoord








Slide 15 - Slide