GT2 Les 9: Samenvatting

Inloop
-Ga op je eigen plek zitten (plattegrond)
-Pak en zet je spullen op tafel

Spullen nodig voor vandaag:
-Laptop 
-Pen



1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Inloop
-Ga op je eigen plek zitten (plattegrond)
-Pak en zet je spullen op tafel

Spullen nodig voor vandaag:
-Laptop 
-Pen



Slide 1 - Slide

Les 9
Samenvatting

Slide 2 - Slide

Lesplanning
Lesdoel: 
Terugblik: NVT                                                            (0min)
Voorkennis: NVT                                                        (0min)
Instructie: Samenvatting                                      (25min)
Begeleid inoefenen: NVT                                       (0min)
Zelfstandig oefenen: Blooket                              (15min)
Huiswerk: Werkblad
Evaluatie:                                                                        (5min)

Slide 3 - Slide

Lesdoelen

Slide 4 - Slide

Doe je laptop open

Slide 5 - Slide

Terugblik
NVT

Slide 6 - Slide

Voorkennis
NVT

Slide 7 - Slide

Instructie (1/1)
Ga naar Magister bij de les en open de link die bij huiswerk
staat. Jullie krijgen 25 minuten om alle aantekeningen 
over te nemen. Je mag ze in een word document opslaan of overschrijven.
Terwijl jullie aan het schrijven zijn ga ik een korte uitleg geven.

Slide 8 - Slide

Les 1: Welvaart en Welzijn
Welvaart = Hoeveel goederen en diensten  iemand of een land kan kopen
Luxe goederen = Producten die niet noodzakelijk zijn maar die je extra plezier geven
Welzijn = Hoe gelukkig iemand is of hoe gelukkig de mensen in een land zich voelen

Slide 9 - Slide

Les 2: Koopkracht
Inflatie = Als de prijzen stijgen (omhoog gaan)

Nominale inkomen = Hoeveel geld je verdient

Reële inkomen (koopkracht) = Hoeveel goederen die je kan kopen


Slide 10 - Slide

Les 3: Verschil in Procenten
Formule:
Stap 1: Bepaal wat het nieuwe en het oude getal is 
(nieuw = nieuwste of laatste getal. Oud = oudste of eerste getal)
Stap 2: Bereken het verschil (nieuw - oud)
Stap 3: Deel het verschil door het oude getal
Stap 4: Vermenigvuldig het getal met 100

oud(nieuwoud)100

Slide 11 - Slide

Les 4: Armoede in Nederland
Wat is armoede eigenlijk?




Armoede is als je inkomen lager is dan de armoedegrens
Armoedegrens = het inkomen dat iemand nodig heeft om te kunnen voorzien in de basisbehoeften (eten, drinken, onderdak en onderwijs)

Slide 12 - Slide

Les 4: Armoede in Nederland
Kenmerken van Armoede:
-Geen geld voor leuke dingen
-Geen geld voor eten
-Geen geld voor sporten
-Geen geld voor nieuwe kleding
Oorzaken van Armoede:
-Lage lonen
-Te hoge kosten
-Geen werk (werkloos)
-Inflatie
-Scholing

Slide 13 - Slide

Les 5: Sociale Zekerheid
Wat betekent sociale zekerheid?


Hoe wordt sociale zekerheid in Nederland geregeld?
Sociale zekerheid betekent dat je voldoende geld hebt om in de samenleving te kunnen leven, zelfs als je niet kunt werken.
De mensen die niet kunnen werken of die niet genoeg verdienen krijgen geld in de vorm van sociale uitkeringen van de overheid.

Mensen die wel werken, betalen hiervoor door een deel van hun loon als sociale premies aan de overheid betalen.

Slide 14 - Slide

Les 5: Sociale Zekerheid
Hoe voorkom je armoede?
-Passend opleiding volgen
-Budgetteren
-Sparen
-Slimme keuzes maken met geld
-Niet (te)veel lenen

Slide 15 - Slide

Les 6: Sociale Verzekeringen
De drie belangrijkste uitkeringen
AOW = Algemene Ouderdoms Wet = Wanneer iemand met pensioen gaat
WW-uitkering = Werkloosheids Wet = Als iemand werkloos is en zoekt een baan
Bijstandsuitkering = Uitkering (geld) die je krijgt als je niet genoeg geld verdient om te kunnen leven = Als iemand onder de sociale minimum verdient

Sociaal minimum = Wat iemand minimaal moet verdienen om in Nederland te kunnen leven.

Slide 16 - Slide

Les 7: Armoede in de Wereld
Wat zijn ontwikkelingslanden?
Ontwikkelingsland zijn eigenlijk gewoon arme landen. Die zijn landen met weinig welvaart en veel armoede. 
Nederland is een rijk land
-Basisbehoeften zijn vaak beschikbaar
-Kan uitkeringen geven aan arme mensen
-Voedselbanken
-Onderwijs voor iedereen
-Kleding doneren
Oorzaken van armoede in een ontwikkelingsland
-Oorlog                      -Lage kwaliteit van onderwijs
-Natuurrampen        -Weinig werk

Slide 17 - Slide

Les 8: BBP
Wat is BBP?


Waarom is BBP belangrijk?
BBP = Bruto Binnenlands Product
Het BBP laat zien hoeveel een land produceert (maakt) en verdient in een bepaalde periode
-Het laat zien hoe goed de economie in een land draait
-Hoe hoger het is hoe rijker de land

Slide 18 - Slide

Les 8: BBP
Hoe bereken je het BBP?


Hoe bereken je het inkomen per persoon?

Het BBP is het totale inkomen van alle inwoners samen. In je toets is het BBP gegeven. 
Inkomen per persoon = BBP : totale inwoners

Slide 19 - Slide

Zelfstandig oefenen
Maak nu de werkblad af. Je hebt 15 min om dit af te hebben. Je mag 
samen met je buurman of buurvrouw werken.


Klaar? Dan mag je een boek lezen of aan school werken


timer
15:00

Slide 20 - Slide

Huiswerk
Leren voor de toets 

Slide 21 - Slide

Evaluatie
Wat vonden jullie van de les?


Wat vond ik van de les?


Wat kunnen we anders doen?

Slide 22 - Slide

Lesafsluiting







Volgende les: Toets

Slide 23 - Slide