This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
wadlopen
Slide 2 - Mind map
Wat moet er op plaats 1 komen te staan?
A
Guur
B
Nat
C
Warm
D
Droog
Slide 3 - Quiz
Wat moet er op plaats 2 komen te staan?
A
het Zuiden
B
het Noorden
C
het Oosten
D
het Westen
Slide 4 - Quiz
Wat moet er op plaats 3 komen te staan?
A
eb
B
zee
C
vloed
D
stroom
Slide 5 - Quiz
Wat moet er op plaats 4 komen te staan?
A
voorbij
B
erna
C
voordat
D
nadat
Slide 6 - Quiz
Wat doet de schrijver met de tekst: Je kunt wel gaan wadlopen, maar kijk wel uit dat je op tijd terug bent, voordat het water weer terugkomt (boven het plaatje)
A
Hij geeft een tip
B
Hij geeft een waarschuwing
C
Hij geeft je een instructie
D
Hij geeft zijn mening
Slide 7 - Quiz
Wat moet er op plaats 5 komen te staan?
A
de bodem in
B
de bodem uit
C
de bodem af
D
de bodem op
Slide 8 - Quiz
Bedank een WH-vraag bij de tweede alinea. Het antwoord moet in de tekst staan.
Slide 9 - Open question
Wat moet er op plaats 6 komen te staan?
A
een vertrouwd natuurgebied
B
een pluis natuurgebied
C
een beschermd natuurgebied
D
een gevaarlijk natuurgebied
Slide 10 - Quiz
Wat moet er op plaats 7 komen te staan?
A
tot en met
B
op
C
met
D
voor
Slide 11 - Quiz
Hoe wordt een in de steek gelaten jonge zeehond genoemd?
Slide 12 - Open question
'Gelukkig kunnen achtergelaten zeehonden opgevangen worden in de zeehondencréche Pieterburen.' Hoe voelt de schrijver zich bij dit stukje tekst?
A
Hij voelt zich verdrietig
B
Hij voelt zich ongelukkig
C
Hij voelt zich blij
D
Hij is jaloers
Slide 13 - Quiz
Wat moet er op plaats 1 komen te staan?
A
het Waddengebied
B
het plantsoen
C
het parkje
D
de landstreek
Slide 14 - Quiz
Noem twee verwijswoorden en geef aan waarnaar ze verwijzen.