This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
Slide 1 - Slide
1. Lesopening
Pak je boek + schrift van Nederlands, laat het nog even dicht!
Slide 2 - Slide
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat.
Slide 3 - Slide
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Namen lln
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Namen lln
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
Namen lln
Slide 4 - Slide
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je de stam van een werkwoord opschrijven.
- kun je de ik-vorm van een werkwoord opschrijven.
Slide 5 - Slide
Verdiept arrangement:
Namen lln.
Huiswerk noteren + maken:
Les: 1.6
blz.: 27
opdr.: 26 + 27
Slide 6 - Slide
Mini-check
Quiz mee
Slide 7 - Slide
Noteer de stam + ik-vorm van het werkwoord: rennen
Slide 8 - Open question
Noteer de stam + ik-vorm van het werkwoord: maken
Slide 9 - Open question
Noteer de stam + ik-vorm van het werkwoord: schrijven
Slide 10 - Open question
Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 1.6, 26 t/m 27, opdr. 25 + 27
De rest doet mee met de instructie.
Slide 11 - Slide
4. Instructie
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
De boom is het hele werkwoord. Als je -en- eraf haalt, heb je de stam.
Slide 14 - Slide
dus:
De stam van een werkwoord vind je door
EN
van het werkwoord weg te halen.
Slide 15 - Slide
ik-vorm
Soms moet je de stamaanpassen om de ik-vorm te krijgen.
Slide 16 - Slide
ik-vorm
Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen.
printen print ik print
praten prat ik praat
beloven belov ik beloof
vissen viss ik vis
Slide 17 - Slide
Noteer de stam + ik-vorm van het werkwoord: rennen
Slide 18 - Open question
Noteer de stam + ik-vorm van het werkwoord: maken
Slide 19 - Open question
Noteer de stam + ik-vorm van het werkwoord: schrijven
Slide 20 - Open question
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 1.6, opdr. 25 + 27, op blz. 26 t/m 27
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Naam lln... kom aan de instructietafel zitten.
Dan gaan we samen aan de slag.
Slide 21 - Slide
6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 1.6, blz. 27, opdr. 26 + 27 --> namen lln.
B: les 1.6, blz. 26 t/m 27, opdr. 25 + 27 --> namen lln.
I: les 1.6, blz. 26 t/m 27, opdr. 25 + 27 --> namen lln.
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig.
2. Huiswerk ander vak (af)maken.
3. Leren toets / lezen / woordzoeker.
timer
30:00
Slide 22 - Slide
7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.