afronding democratie 1848

Deze les
  • Opfris quiz
  • nakijken wb
  • tijd voor de poster

1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Deze les
  • Opfris quiz
  • nakijken wb
  • tijd voor de poster

Slide 1 - Slide

Thorbecke
Marx
Koning Willem II 
Alletta Jacobs 
Jelle Troelstra 
Kuyper

Slide 2 - Drag question

Liberaal
socilaisime en communisme
Conservatief
feministe
socilalist
confessionalist

Slide 3 - Drag question

Liberalen vinden .................... het aller belangrijkste
A
vrijheid
B
gelijkheid
C
geld
D
geloof

Slide 4 - Quiz

Liberalen zijn voorstanders van sociale wetten
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 5 - Quiz

Liberalen willen vooral.....
A
Weinig overheidsbemoeienis
B
Gelijkheid
C
Geen vrijheid
D
Politiek met de bijbel

Slide 6 - Quiz

Politieke partijen die in hun programma uitgaan van het geloof.
A
Confessionelen
B
Socialisten
C
Liberalen
D
Feministen

Slide 7 - Quiz

ARP is een .. partij
A
Confessionele
B
Liberale
C
Socialistische

Slide 8 - Quiz

Confessionele partijen willen:
A
Samenwerken met de socialisten
B
De rijkdom eerlijk willen verdelen
C
Dat het geloof geen invloed heeft op de politiek
D
Emancipatie van katholieken en protestanten

Slide 9 - Quiz

Het socialisme is hetzelfde als het marxisme
A
JA
B
NEE

Slide 10 - Quiz

Wie is de bedenker van het socialisme?
A
Lenin
B
De burgers
C
Karl Marx
D
Nicolaas de tweede

Slide 11 - Quiz

Welke partij hoort bij het socialisme?
A
ARP
B
SDAP
C
Liberale Unie
D
RKSP

Slide 12 - Quiz


A
Liberalen
B
Confessionelen
C
Socialisten
D
Geen van de antwoorden is juist.

Slide 13 - Quiz

Welke vier groepen waren er in de verzuilde samenleving in Nederland?
A
Christenen, Protestanten, Socialisten, Liberalen
B
Katholieken, Protestanten, Communisten, Liberalen
C
Katholieken, Protestanten, Socialisten, Liberalen
D
Katholieken, Protestanten, Confessionelen, Liberalen

Slide 14 - Quiz

Bij welke zuil hoort wat je op deze foto ziet?
A
Socialisten
B
Rooms-Katholieken
C
Protestanten
D
Liberalen

Slide 15 - Quiz

Welke politieke stromingen steunen gelijke rechten en kansen voor vrouwen.
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Feministen

Slide 16 - Quiz

Welke politieke stroming streefde naar een normaal loon en goede werkomstandigheden?
A
Liberalen
B
Confessionelen
C
Conservatieven
D
Socialisten

Slide 17 - Quiz

De belangrijkste politieke groep in 1848 waren:
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen

Slide 18 - Quiz

Welk van deze groepen was een voorstander van democratie?
A
Communisten
B
Socialisten
C
Conservatieven
D
Rechtsnationalisten

Slide 19 - Quiz

Welke politieke stroming raakt vanaf 1840 ontevreden over Willem I?
A
De conservatieven
B
De liberalen
C
De socialisten
D
De confessionelen

Slide 20 - Quiz

Welke politieke stroming komt op voor de rechten van arbeiders?
A
socialisme
B
liberalisme
C
confessionelen
D
nationaal-socialisme

Slide 21 - Quiz

Welke 2 combinaties van politieke stroming, aanhang en politiek leider is
niet juist?
A
Liberalisme -hoge burgerij - Thorbecke
B
confessionalisme - hoge burgerij - Scheapman
C
socialisme - arbeiders -Troelstra
D
Feminisme - arbeiders - Aletta Jacobs

Slide 22 - Quiz

Welke uitspraak over de verzuiling is NIET waar? De verzuiling ...
A
ontstond in de politiek
B
ontstond in 1917 door de schoolstrijd
C
bestond voornamelijk uit eigen organisaties
D
bestond uit 4 zuilen

Slide 23 - Quiz

Een vraag over hoofdstuk 6 Cultuur en mentaliteit na 1945.

Lees eerst de bron.

Wie zagen de katholieken als hun vijand?
A
de confessionelen en de socialisten
B
de liberalen en de socialisten
C
de liberalen en de confessionelen
D
de conservatieven en de socialisten.

Slide 24 - Quiz

Deze vraag gaat over politieke stromingen in het tijdvak Burgers & Stoommachines.
Welke zinnen zijn juist?
1. De antirevolutionairen streefden naar behoud van bestaande toestanden.
2. De confessionelen waren tegen verlichte ideeën.
3. De conservatieven streefden naar meer gelijkheid.
4. De liberalen streefden naar economische vrijheid.
5. De liberalen waren voor een parlementair stelsel.
6. De socialisten gingen uit van een christelijk geloof.
A
1, 2, 4 en 5
B
2, 3 en 5
C
3, 4 en 6
D
1, 2, 3 en 4

Slide 25 - Quiz


A
De confessionele stroming
B
De socialistische stroming
C
De conservatieve stroming
D
De liberale stroming

Slide 26 - Quiz

Wat is geen parlementair recht? Recht van..............
A
Interpellatie
B
Amendement
C
Enquête
D
Censureren

Slide 27 - Quiz

Een kamerlid komt met een wetsvoorstel. Van welk recht maakt dit kamerlid dan gebruik?
A
Recht van interpellatie
B
Recht van enquête
C
Recht van initiatief
D
Recht van budget

Slide 28 - Quiz

Wat is géén taak van de Eerste Kamer?
A
Recht van budget
B
Recht van amendement
C
Recht van enquête
D
Recht van interpellatie

Slide 29 - Quiz

Recht van interpellatie heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers

Slide 30 - Quiz

Een minister wordt door een kamerlid gedwongen tot een debat. Van welk recht maakt het kamerlid dan gebruik?
A
Recht van interpellatie
B
Recht van amendement
C
Recht van enquête
D
Recht van budget

Slide 31 - Quiz

Het recht een minister ter verantwoording te roepen heet:
A
het recht van enquête
B
het recht van interpellatie
C
het budget recht
D
het recht om een motie in te dienen

Slide 32 - Quiz

recht om minsiters te ondervragen en ter verantwoording te roepen
2de kamer mag een wetsvoorstel aanpassen of doen.
De 2de kamer mag buiten de regering om zelf onderzoek te doen en mensen onder ede verhoren. 
recht om de begroting van het kabinet goed te keuren.
recht van budget

recht van interpellatie

recht van enquete 

recht van amendement 

Slide 33 - Drag question

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Confessionalisme
D
Geen van alle

Slide 34 - Quiz

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Liberalisme
D
Geen van alle

Slide 35 - Quiz

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Liberalisme
D
Geen van alle

Slide 36 - Quiz

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Confessionalisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Geen van alle

Slide 37 - Quiz

telefoons in de tas

Slide 38 - Slide

wb nakijken
met nakijk boekje 

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Tijd voor de poster
  • Eigen poster maken, mag dus geen bestaande poster zijn.
  • Zorg dat alle elementen in de poster zijn verwerkt. Vb poster
  • poster na de vakantie inleveren

Slide 41 - Slide