Les 2.5 en 2.6

Tot welke politieke stroming behoorde de bedenker van het Kinderwetje?
A
Het liberalisme
B
Het communisme
C
Het socialisme
D
Het confessionalisme
1 / 20
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Tot welke politieke stroming behoorde de bedenker van het Kinderwetje?
A
Het liberalisme
B
Het communisme
C
Het socialisme
D
Het confessionalisme

Slide 1 - Quiz

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Socialisme
B
Confessionalisme
C
Liberalisme
D
Geen van alle

Slide 2 - Quiz

Bij welke stroming hoort deze poster?
A
Confessionalisme
B
Liberalisme
C
Socialisme
D
Geen van alle

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je ook alweer het streven naar zo veel mogelijk geld?
A
Socialisme
B
Kapitalisme
C
Nationalisme
D
Liberalisme

Slide 4 - Quiz

Welk woord past het beste bij liberalisme?
A
Gelovigen
B
Gelijkheid
C
Vrijheid
D
Communisme

Slide 5 - Quiz

Socialisme
A
Westen
B
Oosten

Slide 6 - Quiz

Het socialisme is hetzelfde als het marxisme
A
JA
B
NEE

Slide 7 - Quiz

welke politieke stroming komt op voor de rechten van arbeiders?
A
socialisme
B
liberalisme
C
confessionelen
D
nationaal-socialisme

Slide 8 - Quiz

Welke politieke stromingen heb je in Nederland?
A
Liberalisme, confessionalime, feminisme
B
Socialisme, liberalisme
C
Confessionalisme, liberalisme, socialisme
D
Communisme, confessionalisme, liberalisme

Slide 9 - Quiz

Welke stroming hoort bij de arbeiders?
A
Liberalisme
B
kapitalisme
C
nationalisme
D
socialisme

Slide 10 - Quiz

wanneer werd de schoolstrijd opgelost?
A
1917
B
1925
C
1914
D
1919

Slide 11 - Quiz

Welke politieke stroming streefde naar een oplossing van de schoolstrijd?
A
Communisten
B
Liberalen
C
Socialisten
D
Confessionelen

Slide 12 - Quiz

Welke hoort NIET bij de verzuiling?
A
Liberalen
B
Katholieken
C
Arbeiders
D
Socialisten

Slide 13 - Quiz

Welke van de volgende stromingen kwam niet voor in Nederland tijdens de verzuiling?
A
protestantisme
B
liberalisme
C
katholicisme
D
de islamitische stroming

Slide 14 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
De sociale grondrechten zijn ouder van de klassieke grondrechten
B
De klassieke grondrechten zijn ouder van de sociale grondrechten
C
De sociale en klassieke grondrechten zijn even oud en komen uit 1848
D
De sociale en klassieke grondrechten zijn even oud en komen uit 1983

Slide 15 - Quiz

Sociale grondrechten geven je bescherming door de overheid
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Multatuli was een voorstander van het cultuurstelsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Waarom hadden liberalen kritiek op het cultuurstelsel?
A
Overheid moet zich niet bemoeien met economie
B
Cultuurstelsel is niet winstgevend
C
Het cultuurstelsel werkt te traag
D
De overheid voert het cultuurstelsel niet goed uit

Slide 18 - Quiz


Op welk eiland werd het cultuurstelsel ingevoerd?
A
Sumatra
B
Java
C
Bali
D
Molukken

Slide 19 - Quiz

2.5 De emancipatie van de vrouw


  • emancipatiebeweging
  • feminisme

Slide 20 - Slide