This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Extra les. Kruisingsschema's
Slide 1 - Slide
Genotype : de info van beide allelen van een gen. (zit het woord gen in)
Fenotype : wat je ziet van een eigenschap.
Slide 2 - Slide
Genotype
Homozygoot = de twee allelen zijn gelijk aan elkaar
Heterozygoot = de twee allelen zijn verschillend van elkaar
Wat zijn de genotypes van de man, vrouw en het kind?
Slide 3 - Slide
Ik kruis een vrouw met blauwe ogen met een man met bruine ogen (heterozygote). Welke oogkleur krijgen de kinderen?
A
Alleen bruin
B
Alleen blauw
C
Bruin of blauw
D
Dat is niet te bepalen
Slide 4 - Quiz
Sommige planten zijn niet in staat bladgroen te vormen. Dit zogenaamde albinisme berust op de aanwezigheid van een recessief allel. Bij een tabaksplant die heterozygoot is voor deze eigenschap treedt zelfbestuiving op. Dit betekent dat de plant zichzelf bevrucht. Er ontstaan 600 zaden. Na kieming ontstaan hieruit kiemplanten.
Hoeveel van deze kiemplanten zullen naar verwachting albino zijn?
A
0
B
150
C
300
D
600
Slide 5 - Quiz
Je hebt 2 katten, een zwart mannetje en een wit vrouwtje (homozygote). Deze katten krijgen allemaal witte kittens. Gebruik de letters b en B a. Zijn deze jonge kittens homozygoot of heterozygoot? b. En hoe zit het met de vader en moeder?
Schrijf je kruisingstabel op in je schrift.
Slide 6 - Open question
Iemand, die in staat is zijn tong op te rollen is in het bezit van het allel B. Een persoon die zijn tong niet kan oprollen (bb) heeft twee zusters, die dit wel kunnen. Zijn beide ouders kunnen dit ook.
Welke genotypen van de ouders en de zusters zijn dan mogelijk?
A
Ouders BB en Bb, zusters BB en/of Bb
B
Ouders Bb en Bb, zusters alleen BB
C
Ouders BB en Bb, zusters alleen Bb
D
Ouders Bb en Bb, zusters BB en/of Bb
Slide 7 - Quiz
PKU is een erfelijke stofwisselingsziekte. Dit wordt onderzocht met bloed uit een hielprik bij pasgeboren baby's. Wanneer het kind PKU heeft zal het kind een speciaal dieet moeten volgen.
Twee ouders die beide gezond zijn hebben al een kindje met PKU. Hoe groot is de kans dat hun tweede kind ook PKU heeft?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Recessief of dominant?
Recessief of dominant?
Zoek een kind dat een ander fenotype heeft dan beide ouders. (Sem, Karin, Hans). Het kind moet homozygoot recessief zijn en de ouders heterozygoot (evt. drager). Dat houdt in dat het witte allel de dominante is en het rode allel de recessieve