Ecocentrisme in de literatuur

WELKOM
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WELKOM

Slide 1 - Slide

Wat is het Woord van het jaar 2020 geworden?
A
fabeltjesfuik
B
pandemie
C
viruswappie
D
anderhalvemetersamenleving

Slide 2 - Quiz

de top 3 van 2020
1. anderhalvemetersamenleving (29,8%)
2. fabeltjesfuik (11%): mensen die op sociale media veel lezen over complottheorieen en daardoor ook steeds meer dit soort theorieen aangeboden krijgen.
3. viruswappie (10,6%): scheldwoord voor iemand die de ernst van het coronavirus of de pandemie ontkent.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Wat betekent antropocentrisme?

Slide 5 - Open question

Wat betekent ecocentrisme?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Multiperspectiviteit
Vanaf verschillende kanten naar zaken kunnen kijken en ook kunnen inleven van verschillende kanten.

Slide 8 - Slide

stap 3: literair experiment
Tijdens het experiment kun je zelf aan de slag met de instrumenten die je in de vorige stap hebt leren hanteren. In deze stap onderzoek je door middel van multiperspectiviteit zelf hoe het zit met ecocentrisme en antropocentrisme in de klimaatroman Onder het ijs van Ellen de Bruijn. 
Lees in googleclassroom 3. Het instrument multiperspectiviteit en maak de opdrachten. (20 minuten)

Slide 9 - Slide

Welke andere perspectieven heb jij bedacht om over klimaat na te denken?

Slide 10 - Open question

Stap 4: de lakmoesproef
Deze lakmoesproef gaan we gebruiken om de volgende les een debatje te voeren. Dus lees de tekst en schrijf het betoog.
Kies in deze les de stelling die je gaat gebruiken:
1. Het is praktisch onmogelijk om als menselijke schrijver een ecocentrisch perspectief in te nemen.
2. Een roman waarin dieren een rol spelen is automatisch meer ecocentrisch dan antropocentrisch
3. Multiperspectiviteit leidt tot meer betrokkenheid bij het klimaat.

Slide 11 - Slide

Welke stelling ga je gebruiken en ben je voor of tegen?

Slide 12 - Open question