This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et
bienvenue!!
Slide 1 - Slide
Je me présente!
À faire:
Probeer te volgen wat ik heb verteld, er volgen vragen over én het is een voorbereiding op wat jullie later in de les gaan doen.
Slide 2 - Slide
J'ai quel âge?
Slide 3 - Open question
J'habite où?
Tout près de l'école
Loin de l'école
Slide 4 - Poll
Heb ik broers en of zussen?
A
Ja, een broer en een zus.
B
Ja, een broer.
C
Ja, een zus.
D
Ja, twee broers.
Slide 5 - Quiz
Quel âge a mon frère?
Slide 6 - Open question
Heb ik een huisdier?
A
Nee
B
Ja, een hond.
C
Ja, een konijn.
D
Ja, een kat.
Slide 7 - Quiz
J'ai été où en vacances?
A
En Espagne
B
En France
C
En Italie
D
En Grèce
Slide 8 - Quiz
Qu'est-ce que j'ai fait pendant les vacances? Répondez en néerlandais.
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Wat is la rentrée volgens jou?
Slide 11 - Open question
Mémorise!
la rentrée
combien
le jour
avant
Onthoud!
het begin v/h nwe schooljaar
hoeveel
de dag
voor
Slide 12 - Slide
Vous avez compris?
Bedenk voor jezelf het antwoord op de volgende vragen in 1 minuut:
1. Welke woorden heb je nog niet geleerd, maar begrijp je wel?
2. Waar gaat het over?
3. Weet je het antwoord op de vraag?
Slide 13 - Slide
Lire
Lees dit gedichtje.
1. Is dit een gedicht op rijm? Waarom denk je dat?
2. Waarom staan er plaatjes bij dit gedicht?
3. Kun je de tekst nu (bijna) vertalen zonder Google?
Slide 14 - Slide
Activité
Je gaat kijken en luisteren naar een liedje en daarna ga je 2 vragen beantwoorden:
1. Waar gaat het liedje over?
2. Hoe komt het dat je het in grote lijnen wel/niet begrijpt?
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Welke Franse woorden heb je gehoord/herkend? Probeer ze zo goed mogelijk te schrijven maar spelfouten maken (nu) niet uit!
Slide 17 - Mind map
Qu'est-ce que c'est: "La rentrée scolaire" en néerlandais?
Slide 18 - Open question
Qu'est-ce que la fille veut en néerlandais? Elle veut: 'rester dans ma chambre.'
Slide 19 - Open question
On va jouer à un jeu!
Commençons!
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Le but du loto | Het doel van de bingo
In het Frans iets vertellen over je vakantie.
Je gebruikt de werkwoorden uit de bingo. We vertellen in de verleden tijd, de vakantie is helaas af! Hoe doe je dit? Bij alle werkwoorden op [er] vervang je [er] door [é] en je zet er j'ai (= ik heb) voor! Let op:
aller -> je suis allé
faire -> j'ai fait
lire -> j'ai lu
Slide 22 - Slide
Wat kun je in het Frans over jezelf vertellen?
Slide 23 - Mind map
Activité
Je vertelt in het Frans over jezelf, we willen je natuurlijk graag (beter) leren kennen. Wat bereid je voor: