herhalen h3 les 1 hoofdstuk 4

Deze les;  
- herhalen hoofdstuk 3! (5 minuten)

- PROEFTOETS MAKEN (12 minuten)
- SAMEN NAKIJKEN  (7 minuten) 
- Start uitleg hoofdstuk 4 (6 minuten)

1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les;  
- herhalen hoofdstuk 3! (5 minuten)

- PROEFTOETS MAKEN (12 minuten)
- SAMEN NAKIJKEN  (7 minuten) 
- Start uitleg hoofdstuk 4 (6 minuten)

Slide 1 - Slide

Terugblik
Op de vorige les

Slide 2 - Slide

2 Soorten criminaliteit.. 
Zware criminaliteit; ernstige delicten die zwaar bestraft worden.
zoals? 

Veelvoorkomende criminaliteit; lichte strafbare feiten die vaak gepleegd worden.
zoals? 

Slide 3 - Slide

Beschermende factoren:
Factoren die de kans op crimineel gedrag verkleinen:

- een baan hebben
- studeren
- Een relatie krijgen (geeft zekerheid)
- opgroeien in een hecht gezin 
- Sociale vaardigheden hebben (met anderen om kunnen gaan)

Slide 4 - Slide

Risico factoren
Factoren die de kans op crimineel gedrag vergroten:

- Psychische en gedragsproblemen hebben (aangeboren eigenschappen) 
- Slechte opvoeding gehad
- Alcohol en drugsgebruik
- Groepsgedrag - groepsdruk 

Slide 5 - Slide

Jongeren tussen de 16 en 23 jaar plegen het vaakst lichte strafbare feiten (veelvoorkomende criminaliteit)

Deze jongeren noem je; jeugddelinquenten. 

Slide 6 - Slide

Gaan ze wél door met strafbare feiten? 


Dan noem je ze: recidivisten: = een crimineel die steeds opnieuw strafbare feiten pleegt.

Slide 7 - Slide

Nu maken: proeftoets hfd 1-2-3
pagina 24 - 25
HOE??
Zelfstandig! 
Zonder muziek
Klaar? 
= maken bladzijde 23 de begrippenlijst
timer
12:00

Slide 8 - Slide

Samen nakijken 
proeftoets (7 min)

Slide 9 - Slide



1. Het verschil benoemen tussen een recht en een plicht.

2. Uitleggen wat het betekent als een land een: rechtsstaat is! 


  1. Zelfstandig werken zonder jezelf en anderen tot last te zijn
Kennen
Kunnen

Slide 10 - Slide

Rechtsstaat
= Een land waarin de rechten en plichten van burgers én de overheid zijn vastgelegd in de wet.

-Recht = wat je MAG doen. (stemrecht, recht op vrijheid van meningsuiting)
-Plicht = geeft aan wat je MOET doen. (Leerplichtwet, belasting betalen)




Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

4 kenmerken waar je een rechtsstaat aan kunt herkennen.

1: alle burgers hebben grondrechten die zijn vastgelegd in de Grondwet.
2: De overheid moet zich aan de wet houden. 
3: De politieke macht is in drieën verdeeld
4: Alle burgers zijn voor de wet gelijk.

Slide 13 - Slide

DEMOCRATIE 
Meestal is een rechtsstaat ook een democratie. 

Daarin hebben burgers invloed op de beslissingen die de politiek neemt! 
(Denk aan nieuwe wetten)

Slide 14 - Slide

ZELFSTANDIG WERKEN 
MAKEN VAN HOOFDSTUK 4 in je werkboek:
opgaven 1 en 2 bladzijde 27


HOE: De afbeeldingen laten het je zien! 
TIJD: tot 12:55


Slide 15 - Slide

Huiswerk donderdag =
Van hoofdstuk 4 maken opgaven: 
opgaven 1 en 2

Slide 16 - Slide