H4 - T2 - voortplanting les 1

nog vragen over:

thema 1 - inleiding in de biologie
thema 2 (H5) - DNA

???
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

nog vragen over:

thema 1 - inleiding in de biologie
thema 2 (H5) - DNA

???

Slide 1 - Slide

thema 2 - voortplanting
basisstof 1
ongeslachtelijke voortplanting

Slide 2 - Slide

leerdoelen
Na deze les:
  • ken je de gebeurtenissen tijdens de celcyclus.
  • weet je dat door ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen ontstaan die genetisch identiek zijn aan de ouder. 
  • herken je ethische en biologische argumenten bij standpunten over klonen van organismen. 

Slide 3 - Slide

begrippen - BS1
celdeling
ongeslachtelijke voortplanting
weefselkweek
kloon
klonen
mitose
celcyclus
DNA-replicatie/ DNA-synthese
S-fase 

chromatiden
G2-fase
G1-fase
G0-fase

Slide 4 - Slide

celdeling
het proces waarbij er uit 1 moedercel 2 dezelfde dochtercellen ontstaan gebeurd in een organisme bij:
  • vervangen van cellen
  • groei
  • ongeslachtelijke
       voortplanting

Slide 5 - Slide

celdeling

wat is er nodig om van 1 cel 2 cellen te maken? 

Slide 6 - Slide

celdeling
in stappen: 
  1. mitose 
  2. celdeling 
  3. plasmagroei 
  4. celstrekking 

Slide 7 - Slide

celdeling

wat is er nodig om van 1 cel 2 cellen te maken? 

alle organellen in de cel (T1)
moeten 2x aanwezig zijn



Slide 8 - Slide

celdeling
fasen van de cel:
  • celcyclus
het proces om van 1 naar 2 cellen te gaan:
  • mitose

Slide 9 - Slide

celcyclus
interfase 
  • G0-/G1-fase
  • S-fase
  • G2 fase
M-fase
  • mitose -> celdeling

Slide 10 - Slide

interfase
G-fase
  • cellen in rust
  • geen celdingen
  • G=gap

Slide 11 - Slide

interfase 
G0-fase 
  • tussen M en G1
G1-fase
  • periode tussen de M en S
G2-fase
  • periode tussen S en M

Slide 12 - Slide

interfase 
S-fase
  • synthese
  • DNA-replicatie =
       DNA-synthese 
  • chromosomen worden 
        verdubbeld tot twee 
        chromatiden

Slide 13 - Slide

Chromosomen
Bij de verdubbeling van het DNA worden homologe chromosomen (een van vader een van moeder) verdubbeld.

Voor de replicatie bestaan de chromosomen uit één chromatide.

Na de replicatie bestaan de chromosomen uit twee zusterchromatiden.

Slide 14 - Slide

M-fase 
m-fase
    • mitotische fase
    • kerndeling
    • ontstaan van de 2 cellen

    Slide 15 - Slide

    celdeling
    binas 76A

    Slide 16 - Slide

    mitose 
    centriolen

    Slide 17 - Slide

    mitose 
    binas
    76B1

    Slide 18 - Slide

    een organisme heeft 2n = 12 chromosomen, hoeveel chromosomenparen heeft dit organisme?
    A
    2
    B
    6
    C
    12
    D
    24

    Slide 19 - Quiz

    een cel heeft 2n=8 chromosomen, hoeveel chromosomen heeft deze cel in de G2 fase?
    A
    n=4
    B
    n=8
    C
    2n=8
    D
    2n=16

    Slide 20 - Quiz

    Welk nr. is het centrosoom en wat doet die?
    A
    nr 4: het zorgt voor spiraliseren van DNA
    B
    nr 13: het zorgt voor spiraliseren van DNA
    C
    nr 13: het zorgt voor uit elkaar trekken van chromosomen
    D
    nr 9: het zorgt voor uit elkaar trekken van chromosomen

    Slide 21 - Quiz

    In welke fase van de celcyclus wordt het DNA gekopieerd?
    timer
    0:15
    A
    Tijdens de G1-fase.
    B
    Tijdens de S-fase.
    C
    Tijdens de G2-fase.
    D
    Tijdens de M-fase (mitose).

    Slide 22 - Quiz

    Wat is een chromatide?
    A
    een chromosoom die gekopieerd is maar nog vast zit aan z'n kopie
    B
    dat is een chromosoom die buiten de kern zit
    C
    dat is DNA dat is gekopieerd
    D
    dat is een chromosoom die naar de polen in een cel worden getrokken

    Slide 23 - Quiz

    wat is de juiste volgorde?
    A
    mitose - celdeling - celstrekking - plasmagroei
    B
    celdeling - mitose - celstrekking - plasmagroei
    C
    mitose - celdeling - plasmagroei - celstrekking
    D
    celdeling - mitose - plasmagroei - celstrekking

    Slide 24 - Quiz

    Welke processen vinden plaats gedurende de M fase?
    A
    DNA replicatie, kerndeling, celdeling
    B
    DNA replicatie, celdeling, plasmagroei
    C
    kerndeling, celdeling
    D
    celdeling, plasmagroei

    Slide 25 - Quiz

    Hoeveel chromosomen zijn er zichtbaar?
    Hoeveel chromatiden zie je?
    A
    1 chromosoom, 1 chromatide
    B
    1 chromosoom, 2 chromatiek
    C
    2 chromosomen, 1 chromatide
    D
    2 chromosomen, 2 chromatiden

    Slide 26 - Quiz

    Fasen van de mitose zijn in willekeurige volgorde: metafase, profase, telofase en anafase.
    Bij welk(e) van deze fasen bestaan de chromosomen uit één chromatide?
    A
    Telofase
    B
    Profase
    C
    Anafase
    D
    Metafase

    Slide 27 - Quiz

    Wat zijn homologe chromosomen?
    (meerdere antwoorden mogelijk)
    A
    2 overeenkomstige chromosomen in een celkern
    B
    Een chromosomenpaar waarbij 1 van de moeder is en 1 van de vader
    C
    chromosomen die in het evenaarsvlak liggen
    D
    chromosomen die bestaan uit 1 DNA streng

    Slide 28 - Quiz

    Hoeveel chromosomen en hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel na de S-fase?
    A
    23 chromosomen en 23 chromatiden
    B
    23 chromosomen en 46 chromatiden
    C
    46 chromosomen en 46 chromatiden
    D
    46 chromosomen en 92 chromatiden

    Slide 29 - Quiz

    Op welk moment in de celcyclus vindt plasmagroei plaats.
    A
    Voorafgaande aan de kerndeling
    B
    Na de kerndeling maar voor de celdeling
    C
    Na de celdeling

    Slide 30 - Quiz

    Wat is mitose ?
    A
    Celdeling voor nieuwe lichaamscellen
    B
    Mitose komt alleen voor bij dieren
    C
    Mitose is een verbrandingsproces
    D
    Celdeling voor geslachtscellen

    Slide 31 - Quiz

    Wat is GEEN functie van mitose?
    A
    Reparatie
    B
    Groei
    C
    Voortplanting
    D
    Celstrekking

    Slide 32 - Quiz

    Op welke afbeelding zijn chromatiden van een chromosoom in één cel weergegeven tijdens het eerste gedeelte van de mitose?
    A
    B
    C

    Slide 33 - Quiz

    Wat is de juiste volgorde bij de celcyclus?
    A
    spiraliseren- kopiëren- kerndeling- celdeling
    B
    celdeling- spiraliseren- kerndeling- kopiëren
    C
    kopiëren- spiraliseren- kerndeling- celdeling
    D
    kopiëren- kerndeling- spiraliseren- celdeling

    Slide 34 - Quiz

    Profase
    Metafase
    Anafase
    Telofase
    Interfase

    Slide 35 - Drag question

    ongeslachtelijke voortplanting
    planten die zich voortplanten 
    door celdeling = kloon
    • uitlopers
    • knollen
    • knoppen
    • bollen
    • stekken
    • klonen

    Slide 36 - Slide

    ongeslachtelijke voortplanting
    planten die zich voortplanten 
    door celdeling
    • uitlopers
    • knoppen
    • knollen
    • bollen
    • stekken
    • klonen

    Slide 37 - Slide

    ongeslachtelijke voortplanting
    planten die zich voortplanten 
    door celdeling
    • uitlopers
    • knoppen
    • knollen
    • bollen
    • stekken
    • klonen

    Slide 38 - Slide

    ongeslachtelijke voortplanting
    planten die zich voortplanten 
    door celdeling
    • uitlopers
    • knoppen
    • knollen
    • bollen
    • stekken
    • klonen

    Slide 39 - Slide

    ongeslachtelijke voortplanting
    planten die zich voortplanten 
    door celdeling
    • uitlopers
    • knoppen
    • knollen
    • bollen
    • stekken
    • klonen

    Slide 40 - Slide

    ongeslachtelijke voortplanting
    planten die zich voortplanten 
    door celdeling
    • uitlopers
    • knoppen
    • knollen
    • bollen
    • stekken = weefselkweek
    • klonen

    Slide 41 - Slide

    ongeslachtelijke voortplanting
    planten die zich voortplanten 
    door celdeling
    • uitlopers
    • knoppen
    • knollen
    • bollen
    • stekken -> weefselkweek
    • klonen -> kloneren

    Slide 42 - Slide

    Klonen: weefselkweek
    Bekend uit de landbouwsector

    Verkrijgen van planten met gunstige eigenschappen

    Slide 43 - Slide

    Klonen: embryosplitsing
    Klompje cellen wordt na bevruchting in meerdere klompjes gesplitst.

    Verkrijgen van dieren met gunstige eigenschappen.

    Slide 44 - Slide

    Bij klonen spreek je van...
    A
    Geslachtelijke voortplanting
    B
    Ongeslachtelijke voortplanting

    Slide 45 - Quiz

    Wat is ongeslachtelijke voortplanting?
    A
    Voortplanting door seks
    B
    Voortplanting zonder seks
    C
    Voortplanting zonder geslachtscellen
    D
    Voortplanting met geslachtscellen

    Slide 46 - Quiz

    Van een kloon kan men in het algemeen zeggen dat:
    A
    de fenotypen en genotypen onderling gelijk zijn
    B
    de fenotypen onderling altijd gelijk zijn.
    C
    de genotypen onderling gelijk zijn, maar de fenotypen kunnen verschillen
    D
    de fenotypen onderling gelijk zijn, maar de genotypen onderling verschillen

    Slide 47 - Quiz

    Op welke manier gaat de voortplanting van eencelligen?
    A
    Geslachtelijke voortplanting
    B
    Celdeling
    C
    Stekken

    Slide 48 - Quiz

    GEEN voorbeeld van een klonen is:
    A
    broertjes die op elkaar lijken
    B
    aardappel knollen
    C
    bloembollen
    D
    aardbei schieters

    Slide 49 - Quiz

    Nog vragen? 
    thema 2 - voortplanting
    maak de opdrachten 1 t/m 10 

    Slide 50 - Slide

    Succes met de toets volgende week! 

    Slide 51 - Slide

    Slide 52 - Slide