What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz familie
Logiesverstrekkende Bedrijven
1 / 55
next
Slide 1:
Slide
Quiz
MBO
HBO
Studiejaar 4
This lesson contains
55 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Logiesverstrekkende Bedrijven
Slide 1 - Slide
Ronde 1:
Hoofdstuk 4
Trends en ontwikkelingen
Slide 2 - Slide
Een ontwikkeling van een bepaalde richting op langere termijn is een..
A
Ontwikkeling
B
Rage
C
Hype
D
Trend
Slide 3 - Quiz
Bleisure
Demografisch
Meet the locals
Beschrijving van de bevolking
Zakenreiziger die ervoor kiest om de zakenreis te combineren met vrije dagen.
Samen koken, praten en kennismaken met de cultuur
Slide 4 - Drag question
Waar of niet waar:
Duurzaamheid is een must geworden in de hotellerie.
Slide 5 - Open question
Het meest gebruikte duurzaamheidskenmerk in Nederland is:
A
Green key
B
Gold key
C
Bronze key
D
Silver key
Slide 6 - Quiz
Waar staat de afkorting MVO voor?
Slide 7 - Open question
Ronde 2:
Hoofdstuk 5:
Samenstellen van arrangementen en packages
Slide 8 - Slide
Een hotel stelt proactief een of meerdere arrangement op om extra gasten te trekken.
A
Winst georiënteerde arrangementen
B
Vraag gestuurde arrangementen
C
Kosten georiënteerde arrangementen
D
Aanbod gestuurde arrangementen
Slide 9 - Quiz
Rate Parity
Provisie
Spin - Off
Omzet dat onstaat uit een eerdere aanvraag
Vergoeding voor bepaalde dienstverlening
Dezelfde prijs op alle kanalen
Slide 10 - Drag question
Waar of niet waar:
Een releasedatum is de datum waarop een leisure groep aankomt in het hotel.
Slide 11 - Open question
Contract waarbij de tour operator een optie neemt op een bepaalde accommodatie of aantal kamers
A
Garantiecontract
B
Allotment contract
C
Exclusiviteitscontract
D
MICE contract
Slide 12 - Quiz
Waar staat de afkorting OTA voor?
Slide 13 - Open question
Ronde 3:
Hoofdstuk 6:
Bepalen van kamer- en vergaderprijzen
Slide 14 - Slide
Waar of niet waar:
Als de bezettingsgraad van een hotel stijgt, nemen de vaste kosten van een hotel toe.
Slide 15 - Open question
Directe kosten
Vaste kosten
Variabele kosten
Afhankelijk van het aantal gasten dat in je hotel verblijft
Staan los van het aantal gasten dat in je hotel verblijft
Te maken met het verblijf van een gast
Slide 16 - Drag question
Het bedrag dat je moet reserveren voor de dekking van de vaste kosten.
A
Prognose kosten
B
Exploitatie kosten
C
Overhead kosten
D
Yield kosten
Slide 17 - Quiz
Waar staat de afkorting BEP voor?
Slide 18 - Open question
Aantal verkochte kamers / Aantal beschikbare kamers.
A
RevPar
B
Kamer omzet
C
Occ %
D
ARR
Slide 19 - Quiz
Waar of niet waar:
De nettowinst van een hotel is de brutowinst min alle kosten van het hotel.
Slide 20 - Open question
Wat hebben we berekend als we de omzet van de verkochte kamers delen door het aantal beschikbare kamers ?
Slide 21 - Open question
Het aantal verkochte kamers.
A
Omzet
B
Inzet
C
Opzet
D
Afzet
Slide 22 - Quiz
Waar of niet waar:
Bij het berekenen van de winst neem je alle bedragen inclusief BTW.
Slide 23 - Open question
Hoe heet deze prijsstelling?
A
Commerciële prijsstelling
B
Psychologische prijsstelling
C
Enkelvoudige prijsstelling
D
Meervoudige prijsstelling
Slide 24 - Quiz
Ronde 4:
Hoofdstuk 9:
Promotie-Instrumenten
Slide 25 - Slide
Het beeld dat je hotel oproept bij anderen.
Slide 26 - Open question
Een logo kan bestaan uit:
A
Beeldmerk
B
Woordmerk
C
Geen van beiden
D
Combinatie van beeld- en woordmerk
Slide 27 - Quiz
Waar staat de afkorting SEO voor?
Slide 28 - Open question
Waar of niet waar:
90% van hotelboekers checkt de reviews van hotels vooraleer ze boeken.
Slide 29 - Open question
Identiteit
Kernwaarden
Imago
Beeld dat een organisatie oproept bij anderen
Overtuiging van een bedrijf
Hetgeen uniek is aan een bedrijf
Slide 30 - Drag question
De ITB is een voorbeeld van een:
Slide 31 - Open question
Wat is Online Reputatie Management?
A
Up-to-date houden van de hotelwebsite
B
Aftersales
C
Controleren en reageren op reviews
D
Het organiseren van relatiedagen
Slide 32 - Quiz
Wat hoort niet thuis in het rijtje als we het hebben over reageren op reviews?
A
Bied excuses aan
B
Reageer nooit snel
C
Leer van de klacht en bedank de gast
D
Spreek in de taal van de gast
Slide 33 - Quiz
Het geheel aan informatie dat een hotel op haar website plaatst (tekst, foto's)
Slide 34 - Open question
Waar of niet waar:
Het effect van een digitale nieuwsbrief is niet meetbaar.
Slide 35 - Open question
Ronde 5:
Hoofdstuk 17:
Night Audit Rapportages
Slide 36 - Slide
Waar staat de afkorting PMS voor?
Slide 37 - Open question
Bereken de bezettingsgraad:
25 bezette kamers, 50 beschikbare kamers
Slide 38 - Open question
Yield
Kameromzet
Totale Omzet
Omzet van de hotelkamers opgeteld met die van F&B, vergaderzalen,..
Totale omzet van de kamers
Gemiddelde omzet van een beschikbare kamer
Slide 39 - Drag question
Software die een connectie legt tussen verschillend online bookingsplatformen is een ..
Slide 40 - Open question
Omzet van verkochte kamers delen door verkochte kamers
A
RevPar
B
Gemiddelde kamerprijs
C
Gemiddelde bezettingsgraad
D
GOPPAR
Slide 41 - Quiz
Bereken de kameromzet:
2000 verkochte kamers, gemiddelde kamerprijs €92
Slide 42 - Open question
Bereken de RevPar:
184.000 euro kameromzet, 90 beschikbare kamers, maand juli
Slide 43 - Open question
Jezelf vergelijken met de concurrentie is:
Slide 44 - Open question
Dit geeft aan hoeveel procent je omzet is van de maximaal haalbare omzet
A
RevPar
B
Potentiële omzet
C
Yield Opbrengst
D
Bezettingsgraad
Slide 45 - Quiz
Yield Opbrengst
Potentiële Omzet
RevPar
Omzet delen door totaal aantal te verhuren kamers
Totaal aantal kamers x hoogste kamerprijs
Procent van maximale omzet
Slide 46 - Drag question
Hoogste kamerprijs:
Slide 47 - Open question
Gemiddelde verblijfsduur van een gast
A
LAS
B
MLOS
C
LOS
D
GVA
Slide 48 - Quiz
Een hotel heeft 50 kamers, de rack rate is 180 euro. Gisteren waren er 35 kamers verkocht en de omzet was €4.200. Wat is de potentiële omzet?
Slide 49 - Open question
Een hotel heeft 50 kamers, de rack rate is 180 euro. Gisteren waren er 35 kamers verkocht en de omzet was €4.200. Wat is de gemiddelde kamerprijs?
Slide 50 - Open question
Een hotel heeft 50 kamers, de rack rate is 180 euro. Gisteren waren er 35 kamers verkocht en de omzet was €4.200. Wat is de RevPar?
Slide 51 - Open question
Een hotel heeft 50 kamers, de rack rate is 180 euro. Gisteren waren er 35 kamers verkocht en de omzet was €4.200. Wat is de Yield Opbrengst?
Slide 52 - Open question
OOO is een afkorting van:
Slide 53 - Open question
Waar of niet waar:
Een ooo kamer wordt niet meegerekend als beschikbare kamer.
Slide 54 - Open question
Slide 55 - Slide
More lessons like this
Week 4 | Dag 2_Revenue Management en kengetallen
December 2023
- Lesson with
49 slides
Horeca
MBO
Studiejaar 1
RD: kamertype en Tarieven
July 2020
- Lesson with
29 slides
Hotel
MBO
Studiejaar 1
Week 5 | Revenue Management
May 2023
- Lesson with
43 slides
Horeca
MBO
Studiejaar 1
Week 4 | Dag 1 Revenue Management -night audit
December 2023
- Lesson with
39 slides
Horeca
MBO
Studiejaar 1
Week 5 | Revenue Management
December 2022
- Lesson with
41 slides
Horeca
MBO
Studiejaar 1
Night Audit - Les RD
June 2020
- Lesson with
45 slides
Hotel
MBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 15: Informatie verzamelen en analyseren
March 2024
- Lesson with
14 slides
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1
Night Audit 2
October 2023
- Lesson with
24 slides
Horeca
MBO
Studiejaar 1