5.2 Europa van Zuid naar Noord

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

5.2 Europa van zuid naar noord

Hoe rechter de zonnestralen op aarde hoe kouder het wordt

1. Goed
2. Fout

Bij de evenaar schijnt de zon schuin op het aardoppervlak

1. Goed
2. Fout

Een landklimaat heeft zachte winters en warme zomers

1. Goed
2. Fout

In een zeeklimaat is de zomer droog en de winter vochtig

1. Goed
2. Fout

In een sneeuwklimaat is het het hele jaar koud, in de zomer is het niet warmer dan 0 Celsius

1. Goed
2. Fout

In het Middellandse Zeeklimaat heb ik een droge zomer en een vochtige winter

1. Goed
2. Fout

Bij de Noordpool vallen de zonnestralen recht op aarde

1. Goed
2. Fout

Welke hoort er niet bij?

1. Olijven
2. Palmbomen
3. Kurkeiken
4. Loofbomen

Welke hoort er niet bij?

1. Eiken
2. Beuken
3. Kurkeiken
4. Loofbomen

Met taiga wordt bedoeld

1. loofbomen
2. palmbomen
3. naaldbomen
4. toendra

Wanneer de zomer temperatuur gemiddeld boven de 15 graden is dan groeien er loofbomen.

1. Goed
2. Fout

Wanneer de gemiddelde temperatuur in de zomer onder de 10 graden is dan heb ik

1. loofbomen
2. palmbomen
3. naaldbomen
4. toendra

Met de toendra wordt ...bedoeld?

1. loofbomen
2. palmbomen
3. naaldbomen
4. grassen en lage struiken

Op het eiland Spitsbergen heb ik een

1. toendraklimaat
2. sneeuwklimaat
3. landklimaat
4. zeeklimaat

De grens tussen de toendra en de naaldboomgordel heet de palmgrens

1. goed
2. fout

De boomgrens is de grens tussen de loofboomgordel en de taiga.

1. goed
2. fout

Nederland ligt vooral in de loofboomgordel.

1. goed
2. fout

Noorwegen en Zweden liggen vooral in de loofboomgordel.

1. goed
2. fout

1. In Italië vind je het Middellandse Zeeklimaat
2. In Noorwegen vind je de naaldbomengordel

1. Beide zijn goed
2. Beide zijn fout
3. 1 = goed, 2 = fout
4. 1 = fout, 2 = goed

1. In Nederland kun je heel goed wijn verbouwen.
2. Er bestaat ook een graangrens in Europa.

1. Beide zijn goed
2. Beide zijn fout
3. 1 = goed, 2 = fout
4. 1 = fout, 2 = goed