AK kgt 5.2 Europa van zuid naar noord

Paragraaf 1: land en zee in Europa
Je kent de relatie tussen breedteligging, temperatuur en landschap
Je kent de verschillen in klimaat tussen noord en zuid Europa
je kent de boomgordels. 
Hoofdstuk 5, paragraaf 2
Lesboek bladzijde 74 + 75
Aardrijkskunde
week 17
Lesboek bladzijde 74 + 75
Werkboek B bladzijde 9 en 10
Opdracht 1 tot en met 7
Lesboek bladzijde 74 + 75
Werkboek B bladzijde 9 en 10
Opdracht 1 tot en met 7
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1: land en zee in Europa
Je kent de relatie tussen breedteligging, temperatuur en landschap
Je kent de verschillen in klimaat tussen noord en zuid Europa
je kent de boomgordels. 
Hoofdstuk 5, paragraaf 2
Lesboek bladzijde 74 + 75
Aardrijkskunde
week 17
Lesboek bladzijde 74 + 75
Werkboek B bladzijde 9 en 10
Opdracht 1 tot en met 7
Lesboek bladzijde 74 + 75
Werkboek B bladzijde 9 en 10
Opdracht 1 tot en met 7

Slide 1 - Slide

Welkom!

Slide 2 - Slide

Na de les kun je:
  • Uitleggen waardoor het temperatuurverschil tussen Noord en Zuid Europa ontstaat. 
  • De kenmerken van het Middellands zeeklimaat benoemen.
  • De kenmerken van het Toendra klimaat benoemen. 
  • Uitleggen waarom er op een bepaalde plek wel of geen loofboom/naaldboom groeit.

Slide 3 - Slide

Breedteligging
Evenaar 
Zonnestralen vallen recht op de aarde.

Noordpool
Zonnestralen vallen schuin op de aarde.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

landklimaat
zeeklimaat
warme zomers koude winters
koele zomers zachte winters

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Bij de evenaar vallen de zonnestralen (bijna) recht op de aarde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

De zonnestralen verwarmen op de Noordpool een klein gebied.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Middellandse zee klimaat

  • Zomers warm 
  • Winters relatief warm 
  • Weinig neerslag 
  • Planten zijn aangepast aan droogte en warmte

Slide 12 - Slide

Het zeeklimaat
  • In gebieden langs de kust zijn zijn de zomers koel en de winters zacht. 
  • In elk seizoen valt er regen, omdat de wind van zee vochtig is.

Slide 13 - Slide

Het landklimaat

  • Hoe verder landinwaarts, hoe kleiner de invloed van zee. 
  • De zomers zijn warm en de winters koud. 

Slide 14 - Slide

Loofboomgordel
  • Loofbomen groeien in gebieden waar de temperatuur in de zomer gemiddeld boven de 15 graden Celsius is. 
  • Dit gebied noemen we de loofboomgordel.

Slide 15 - Slide

Naaldboom gordel
  • Verder naar het noorden. 
  • In de zomer gemiddeld niet warmer dan 15 graden Celsius. 
  • Dit wordt de naaldboomgordel, of de taiga. 

Slide 16 - Slide

Toendra klimaat
  • In de zomers gemiddeld kouder dan 10 graden Celsius.  
  • Geen bomen, alleen wat mos. 
  • Gebied groot deel van het jaar bevroren.

Slide 17 - Slide

Mediterrane plantengroei

-> Palmen, olijven, pijnboom, kurkeik 

's Winters >12 ⁰C

Slide 18 - Slide

Loofbomen
Eiken, beuken. 
Herfst verliezen ze blad.

Loofboomgordel

Zomers gemiddeld >15⁰C


Slide 19 - Slide

Naaldbomen
Dennen, sparren

Naaldboomgordel
-> Taiga

Zomers gemiddeld <15⁰C


Slide 20 - Slide

Toendra
Grassen, mossen, lage struiken

Bomen kunnen niet groeien

Zomers gemiddeld <10⁰C


Slide 21 - Slide

Sneeuwklimaat
  • Hele jaar onder de 0 graden Celsius.
  • Sneeuw en ijs.

Slide 22 - Slide

Wat zijn de kenmerken van het Middellandse Zeeklimaat?

Slide 23 - Open question

Als het in de zomer niet warmer wordt dan 15ºC, kunnen er geen ....... meer groeien.
A
Naaldbomen
B
Loofbomen

Slide 24 - Quiz

Naaldboomgordel
Steppe
Loofboomgordel
Toendra

Slide 25 - Drag question

EINDE!

Slide 26 - Slide