1mh lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom!

Begrijpend lezen
H2: Alinea, deelonderwerp en tussenkopje

Lesdoel: Ik kan globaal lezen om het deelonderwerp te bepalen.

Voorkennis: wat weet je nog over H1?

Lees tekst 1 blz. 40. Tekst 1 is in drie delen te verdelen. Met welk woord begint het tweede deel?

Met welk woord begint deel drie?

Boven welk deel past het woord 'carrière': deel twee of deel drie?

Theorie: alinea, deelonderwerp en tussenkopje

Een tekst is in stukjes verdeeld: alinea's
~> Belangrijkste informatie van een alinea: eerste of laatste zin

Elke alinea gaat over een deelonderwerp: een onderdeel van het onderwerp
Soms gaan meerdere alinea's over 1 deelonderwerp
~> Deelonderwerp = onderwerp van 1 of meer alinea's

Hoe deelonderwerp vinden? Globaal lezen: eerste en laatste zin van alinea lezen.

Aan de slag

Maak opdracht 2 + 3 op bladzijde 42 in je boek.
Klaar? Maak opdracht 4 + 6 op Nieuw Nederlands online (Klik eerst op hoofdstuk 2 - Lezen: alinea's en deelonderwerpen)
Let op: vrijdag: toets lezen hoofdstuk 1 + 2

Herhalingsles: lezen

1. Zelf nakijken: opdr. 2 + 3 blz. 42

2. Klassikaal maken: opdr. 5 blz. 44 - 45

3. Keuze: leer de theorie voor de toets van morgen of maak opdracht 7 + 8 op Nieuw Nederlands online (hoofdstuk 2 - lezen)

Welkom!

Begrijpend lezen
H3: Zoekend lezen

Lesdoel: Ik kan zoekend lezen om informatie in een korte tekst te vinden

Lees de startopdracht op blz. 68. Wat is het juiste antwoord op vraag 1?

1. A
2. B
3. C
4. D

Wat heb je aan deze tekst als je niet een cadeautje geeft, maar krijgt?

Theorie: Zoekend lezen

Als je snel iets wilt opzoeken in een tekst ~> Zoekend lezen

Hoe:

- Bekijk de titel en tussenkopjes

- Kijk naar anders gedrukte woorden (vet, cursief, gekleurd, onderstreept)

- Let op opvallende tekens (bolletjes, nummeringen, tabellen, grafieken en afbeeldingen)

Aan de slag

1. Klassikaal nakijken opdr. 5 blz. 73

2. Extra oefenen: hoofdstuk 3 zoekend kijken en luisteren

~> Op NN online: opdr. 1 t/m 6

(Je krijgt hiervoor de volgende les ook nog tijd.)

Let op: Vrijdag 30/11: toets lezen H1 t/m 3

HW: /

Welkom!

Begrijpend lezen
H4: inleiding, middenstuk en slot

Lesdoel: Ik kan inleiding, middenstuk en slot in een tekst vinden.

https:

Theorie: inleiding, middenstuk en slot

Om een tekst goed te begrijpen --> weten hoe de tekst in elkaar zit

1. Inleiding: kennis maken met het onderwerp van een tekst

- Voorbeeld of grappig verhaaltje (anekdote)

- Meestal 1 alinea

2. Middenstuk: meer informatie over het onderwerp

- Deelonderwerpen: verschillende delen van het onderwerp

- Grootste gedeelte van de tekst

3. Slot: Belangrijkste informatie wordt herhaald

- Meestal laatste alinea (nieuwsbericht heeft geen slot!)

Aan de slag!

1. Nakijken opdr. 2 + 3 blz. 98 - 99 

2. Afmaken opdr. 4 blz. 99 - 100 (10 minuten)

3. Klassikaal nakijken opdr. 4 blz. 99 - 100

4. Klaar? blz. 114 theorie lezen en opdrachten maken

Welkom!

Begrijpend lezen
H5: Het doel van een tekst

Lesdoel: Ik kan het doel van een tekst vinden.

Theorie: het doel van een tekst

De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken. De tekst heeft dus een doel.

Informeren      -      dat je iets te weten komt     -         krantenbericht, verslag

iets leren of uitleggen -  je weet hoe je iets moet doen - recept, aanwijzing

Iets laten doen  -   je overhalen om iets te doen   -   reclametekst, advertentie

Een mening geven - dat je zijn mening overneemt  - bespreking van een film

Vermaken           -                 je vermaken                    -                   verhaal, strip

Aan de slag!

1. Klassikaal nakijken opdr.  5 blz. 127 - 129

2. Zelfstandig nakijken opdr. 4 blz. 127 - 129 

3. Klaar? 

- Maak op Nieuw Nederlands  online H5 lezen (Doel van een tekst) opdr. 6 - 7 - 8 --> Moet af in de les!

- Maak een samenvatting van de theorie hoofdstuk 1 t/m 5

Welkom!

Begrijpend lezen
H5: tekst en afbeeldingen

Lesdoel: Ik kan het doel van afbeeldingen bij een tekst vinden. 

Theorie: tekst en afbeeldingen

Vaak staan er afbeeldingen (illustraties) bij een tekst zoals foto's, tekeningen, schema's, kaartjes en tabellen. Die plaatjes staan er met een bepaald doel:

1. De schrijver wil extra informatie geven, zodat de lezer de tekst beter begrijpt. 

Bv: informatie uit de tekst overzichtelijk in een schema of tabel. Een plek die in de tekst wordt genoemd op een landkaartje

2. De schrijver wil de tekst aantrekkelijker maken

Bv: Een plaatje dat de aandacht trekt of bij de tekst past. 

Aan de slag!

1. Nakijken opdr. 1 + 2 blz.  152 - 153

2. Maak opdr. 4 + 5 blz. 155 - 157 in je Nieuw Nederlands boek. (je mag de antwoorden in Word typen)

3. Maak opdr. 6 + 7 + 8 op Nieuw Nederlands online - H6 - Tekst en afbeelding. (Je mag muziek luisteren tijdens het werken)

Let op: toets spelling --> Maandag