This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2.3 spieren
Slide 1 - Slide
Deze les
Wat weten we nog?
Uitleg over blessures (2.4)
Opdrachten maken
Huiswerkopdracht
Slide 2 - Slide
Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar
Slide 3 - Quiz
Wat is de antagonist van de biceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier
Slide 4 - Quiz
Buigspier
Trekspier
Slide 5 - Drag question
Als je de armbuigspier samentrekt, wordt de onderarm ..1.. getrokken. De arm wordt dan ..2..
Welke woorden passen op de lege plekken?
A
1=omlaag
2=gestrekt
B
1=omlaag
2=gebogen
C
1=omhoog
2=gebogen
D
1=omhoog
2=gestrekt
Slide 6 - Quiz
Door spieren te trainen worden ze langer. Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Wat gebeurt er als spier D zich samentrekt?
A
het heupgewricht
buigt zich
B
het heupgewricht
strekt zich
C
het kniegewricht
buigt zich
D
het kniegewricht
strekt zich
Slide 8 - Quiz
Spieren kunnen samentrekken, pezen niet. Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
Hoe heet het onderdeel van het kniegewricht dat ervoor zorgt dat het steviger is dan andere gewrichten?
Slide 10 - Open question
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
uitleggen wat een blessure is.
uitleggen wat overbelasting betekent en hoe je dit kunt voorkomen.
drie blessures aan botten en gewrichten noemen en van elk een voorbeeld geven.
twee spierblessures noemen.
uitleggen wat er gebeurt bij de verschillende spierblessures.
Slide 11 - Slide
Begrippen
Blessure = beschadiging aan een bot, gewricht of spier.
Kan ontstaan door bijvoorbeeld een val,
maar ook door overbelastin
g.
Overbelasting = te lang/zwaar gebruiken
van spieren en gewrichten.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Botblessure
Bij een botbreuk:
botstukken weer recht zetten
gips eromheen
beencellen maken extra beenweefsel -> bot groeit weer aan elkaar.
Slide 14 - Slide
Gewrichtsblessure
1. Ontwrichting: gewrichtsknobbel schiet uit
gewrichtskom; gewrichtskapsel en -banden
rekken hierdoor uit
2. Verstuiking: gewrichtsband rekt uit doordat
een gewricht te ver door buigt (voorbeeld:
dubbelgeklapte enkel)
3. Knieblessure
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Knieblessures
Meniscus blessure (voetbalknie): meniscus kan scheuren: voetbalknie. Vocht in de knie, hierdoor minder buigzaam. Verholpen door slijpen of verwijderen van de meniscus
Knieband/kruisband blessure:
gewrichtsband scheurt in of af,
hierdoor wordt het gewricht minder
stevig.
Slide 17 - Slide
Spierblessures
Spierpijn: door een spier veel te gebruiken. Er ontstaan afvalstoffen, die voor spierpijn zorgen.
Kneuzing: door een klap kunnen spiervezels stukgaan en bloedvaatjes knappen.
Spierkramp: bij intensief sporten kan je spier ineens krachtig samentrekken. Dan moet je stoppen met die beweging.
Spierscheuring/zweepslag: doorgaan bij spierkramp -> scheurtje in vliezen rondom de spierbundels.
Slide 18 - Slide
Opdrachten
Maken opdrachten 4 t/m 12 van 2.4
Slide 19 - Slide
Deze les
Wat weten we al?
Uitleg over 2.4 deel 2
Opdrachten maken
Voorbereiding laatste les!
Slide 20 - Slide
Een botbreuk moet altijd geopereerd worden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Wat is een blessure aan het gewricht?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek
Slide 22 - Quiz
Wat is geen knieblessure?
A
Afgescheurde kruisband
B
Gescheurde meniscus
C
Knieschijf kneuzing
D
Ingescheurde knieband
Slide 23 - Quiz
Wie heeft sneller een botbreuk?
A
baby
B
puber
C
bejaarde
D
kleuter
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Video
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
advies geven: wat te doen bij spierblessures.
vier dingen noemen die kunnen helpen om blessures te voorkomen en uitleggen waarom dit zo is.
advies geven voor een goede zithouding.
uitleggen waarom een juiste lichaamshouding juist belangrijk is bij tillen en zitten.
Intapen: Gewricht omwikkelen met linnen band. 'Extra gewrichtsbanden', helpt met extra stevigheid
Warming-up
Cooling-down
Slide 27 - Slide
Blessures voorkomen
Warming-up: spieren opwarmen, bloed gaat stromen, bloedvaten worden breder -> afvalstoffen kunnen beter weg tijdens intensief trainen
Slide 28 - Slide
Blessures voorkomen
Cooling-down: spieren blijven actief, hierdoor stroomt bloed beter en kunnen resterende afvalstoffen beter weg. Hierdoor voorkom je spierpijn of kramp.
Slide 29 - Slide
Wat is een goede lichaamshouding?
Lichaamshouding = de manier waarop je zit/staat/beweegt.
Op de juiste manier: minder beschadiging van kraakbeenschijven.
Slide 30 - Slide
Hernia
Als de kraakbeenschijven beschadigen of 'uitpuilen', kunnen er zenuwen klem komen te zitten = hernia.
Slide 31 - Slide
Blessures genezen
Voorkomen is beter!
Tijd
Niet veel belasten
Intapen
Fysiotherapie
Kneuzing: direct koelen, om te verminderen.
Slide 32 - Slide
Opdrachten
Nu maken: 4 t/m 18 van 2.4
Daarna nakijken!
Slide 33 - Slide
Huiswerk voor laatste les
opdrachten 2.4 afmaken en nakijken
OEFENTOETS online maken!
Code voor methode: 33729 (A1c)
Extra oefenen: 2.6 (skelet en leefwijze). Dit soort stof moet je ook kunnen toepassen op de toets, dus is goede oefening.