This lesson contains 11 slides, with text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Grammatica
Zinsdelen: onderwerp
Slide 1 - Slide
Onderwerp
Zinnen bestaan uit zinsdelen. Het onderwerp (ow) is ook een zinsdeel.
Slide 2 - Slide
Manier 1
Zoek de persoonsvorm.
Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin.
Benoem het werkwoordelijk gezegde
Vraag (Wie (of wat) + werkwoordelijk gezegde.
Het antwoord op de vraag is het onderwerp.
Slide 3 - Slide
Manier 2
• Zoek de persoonsvorm. • Zet streepjes tussen de zinsdelen van de zin. • Verander de persoonsvorm van getal: enkelvoud wordt meervoud (of andersom) • Het zinsdeel dat mee verandert, is het onderwerp.
Slide 4 - Slide
www.jufmelis.nl
Slide 5 - Link
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Lastig
Als het onderwerp een vraagwoord (wie,wat) is, kun je manier 1 niet gebruiken. Vul dan op de plaats van het vraagwoord even een antwoord in.