3,10 = 3 significante cijfers (0 achteraan telt ook mee)
0,31 = 2 significante cijfers (0 vooraan telt niet mee)
Alle voorbeelden hebben 2 decimalen: 2 cijfers NA de komma!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Significante cijfers: voorbeelden
3,15 = 3 significante cijfers
3,10 = 3 significante cijfers (0 achteraan telt ook mee)
0,31 = 2 significante cijfers (0 vooraan telt niet mee)
Alle voorbeelden hebben 2 decimalen: 2 cijfers NA de komma!
Slide 1 - Slide
Significantie delen en vermenigvuldigen
Bij x en / kijk je naar het aantal significante cijfers van waarden die je krijgt in de opgave (dus niet wat je zelf opschrijft!).
Je kijkt hierbij alleen naar meetwaarden.
Voorbeeld: je hebt 3 bekerglazen met in elk bekerglas 15,5 mL. Je giet alles bij elkaar hoeveel mL heb je nu? 3x15,5=46,5 mL
3 = telwaarde. Dit getal gebruik je niet voor afronden.
15,5 = meetwaarde. Dit getal gebruik je wel voor afronden.
Slide 2 - Slide
Significantie optellen en aftrekken
Bij + en - kijk je naar het aantal decimalen van waarden die je krijgt in de opgave (dus niet wat je zelf opschrijft!).
Je kijkt hierbij alleen naar meetwaarden.
Voorbeeld: je hebt 2 bekerglazen met in bekerglas A 0,15 mL en in bekerglas B 100 mL. Je giet alles bij elkaar hoeveel mL heb je nu? 100+0,15=100 mL
Slide 3 - Slide
Even oefenen
Je meet 50,00 mL spiritus af. Dit weegt 42,5 g.
Bereken de dichtheid
42,5/50,00 = 0,85 g/mL
50,00 = 4 significante cijfers, 42,5 = 3 significante cijfers, dus eindantwoord ook in 3:
0,850 g/mL
ρ=vm
Slide 4 - Slide
Omrekenen
Slide 5 - Slide
Omrekenen
Slide 6 - Slide
Hoeveel significante cijfers? 1,23
timer
0:10
A
1
B
2
C
3
D
123
Slide 7 - Quiz
Hoeveel significante cijfers? 0,0030
A
1
B
2
C
4
D
5
Slide 8 - Quiz
Rond de uitkomst van de som af op het juiste aantal significante cijfers. 0,06x2,4=
Slide 9 - Open question
Rond de uitkomsten van de som af op het juiste aantal significante cijfers: 19,7-0,32
Slide 10 - Open question
Jason koopt een tros met 6 bananen. De tros weegt 2645 gram. Hoeveel g weegt 1 banaan?
Slide 11 - Open question
6880 g = ... kg
Slide 12 - Open question
0,015 m3 = ... dm3
Slide 13 - Open question
384oC = ... K
Slide 14 - Open question
Balthasar schept 5 maal 25,5 gram buskruit in een bakje. Het bakje weegt 30 gram. Wat is de totale massa in kilogram? Noteer op een correct wetenschappelijke wijze.
Hint
Reken eerst het getal uit. Vervolgens bepaal je de significantie. Als laatste zet je het getal op in een wetenschappelijke notatie.