- Beschrijf altijd feitelijk en gedetailleerd.
- Bij een vergelijking: altijd beide onderdelen volledig benoemen en omschrijven.
- Omschrijf duidelijk en volledig.
- Goed lezen en kijken. Omschrijf wat je ziet en denk logisch na!
- Controleer je antwoord: ben je duidelijk, geef je antwoord op de vraag, is het feitelijk, gebruik je het gevraagde vormgevingsaspect, is het gedetailleerd omschreven?
- Als er om een vormgevingsaspect gevraagd wordt, noteer dan eerst dit aspect en geef daarna je uitleg.