§2.1 Getallen (1/2)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2: Getallen

§2.1

Wat gaan we deze les doen?

• Doel van de les
• Voorkennis activeren
• Instructie
• Verlengde instructie
• Zelfstandig werken
• Afsluiting

Lesdoel

Aan het einde van de les...

... kun je de waarde van cijfers vertellen.

... ken je grote getallen t/m 12 nullen. 

3-Starter

1. Welk getal is drieduizend zevenhonderd?

1. 7300
2. 3070
3. 3700
4. 7030

2. Welk getal is acht miljoen vijfhonderdvierentwintig?

1. 8 524 000
2. 8 000 524
3. 524 800 000
4. 8 524

3. Hoe spreek je het onderstaande getal uit?
5 090 404

1. Vijf miljoen negentigduizend vierhonderdvier
2. Vijf miljard negenhonderd vier miljoen
3. Vijfduizend negenhonderd vierenveertig
4. Vier miljoen vierhonderdnegentig duizend vijf

Wat is het verschil tussen een cijfer en een getal?

Cijfers

We kennen in totaal 10 cijfers waarmee wij getallen kunnen maken.

Het getal 35 bestaat uit:

• Het cijfer 3
• Het cijfer 5

Waarde van getallen

Het getal 35 bestaat uit het cijfer 3 en het cijfer 5. 

• Het cijfer 3 betekent 3 tientallen (dus 30)
• Het cijfer 5 betekent 5 eenheden (dus 5)

D   H   T   E

            3   5

Waarde van getallen

Het getal 3928,75 bestaat uit 6 cijfers.

• Het cijfer 3 betekent 3 duidendtallen (dus 3000)
• Het cijfer 9 betekent 9 hondertallen (dus 900)
• Het cijfer 2 betekent 2 tientallen (dus 20)
• Het cijfer 8 betekent 8 eenheden (dus 8)
• Het cijfer 7 betekent 7 tienden (dus 0,7)
• Het cijfer 5 betekent 5 honderdsten (dus 0,05)

D   H   T   E  ,  T   H

3    9    2   8  ,  7   5   

Wat is het grootste getal dat je kent?

Grote getallen

Grote getallen

• 1
• 10
• 100            
• 1 000
• 10 000
• 100 000

Grote getallen

• 1
• 10
• 100            
• 1 000
• 10 000
• 100 000

= één
= tien
= honderd
= duizend
= tienduizend
= honderdduizend

Grote getallen

• 1 000 000
• 10 000 000
• 100 000 000            
• 1 000 000 000
• 10 000 000 000
• 100 000 000 000
• 1 000 000 000 000

Grote getallen

• 1 000 000
• 10 000 000
• 100 000 000            
• 1 000 000 000
• 10 000 000 000
• 100 000 000 000
• 1 000 000 000 000

= één miljoen
= tien miljoen
= honderd miljoen
= één miljard
= tien miljard

= honderd miljard

= één biljoen

Aan de slag

Maak de volgende opdrachten van §2.1:

Opdracht 3 t/m 12

Lesdoel

check

Aan het einde van de les...

... kun je de waarde van cijfers vertellen.

... ken je grote getallen t/m 12 nullen. 

Ik kan de waarde van cijfers vertellen.

Ik ken de grote getallen t/m één biljoen.

Deze les kon mij goed concentreren tijdens de uitleg en het zelfstandig werken.

Opdrachten 3 t/m 12 van §2.1

Opdrachten 3 t/m 12 van §2.1