Hoofdstuk 1

1 / 49
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welk nummer hoort er niet bij en leg uit
Bedenk een goede reden waarom dit getal er niet bij hoort
C

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat komt er op het vraagteken?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

oplossing

2 + 2 = 4

2 + (2 + 2) = 6

2 + (3 + 3) = 8

2 + 2 x 9 = 20

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Getallen
Rekenen heeft met getallen te maken. Het is belangrijk dat je de waarde van getallen kent. Als je op de radio hoort dat een schilderij vijfentwintigduizend euro heeft opgeleverd, zie je in gedachten misschien vanzelf het bedrag in cijfers: € 25.000,00.

 Cijfers en getallen 
Een getal is opgebouwd uit een of meer cijfers.
Er bestaan tien cijfers: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9.
10 is een getal van twee cijfers. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waarde van cijfers
De waarde van cijfers in een getal
De cijfers in een getal hebben een waarde, die afhangt van de plaats in het getal. Een voorbeeld:

 
In het getal 537 vijfhonderdzevenendertig hebben de cijfers de volgende waarde: 

de 5 is 500 waard
de 3 is dertig waard
de 7 is gewoon 7 waard

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Voor de waarde van een cijfer in een getal hebben we namen:

de 7 is gewoon 7 waard, dit zijn de EENHEDEN
de 3 is dertig waard, dit zijn de TIENTALLEN
de 5 is 500 waard, dit zijn de HONDERDTALLEN

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Wat is 4 waard in het getal 1936432?
A
4 eenheden
B
4 tientallen
C
4 honderdtallen
D
4 duizendtallen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf als getal
vier miljoen achthonderdzesduizend negenhondertweeënzestig

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Even
Oneven
23190
3283
4
999
678
8452
17347
201485

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een cijfer en een getal?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Cijfers
We kennen in totaal 10 cijfers waarmee wij getallen kunnen maken.

Het getal 35 bestaat uit:
  • Het cijfer 3
  • Het cijfer 5

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welke van de volgende is een cijfer?
A
0,3
B
3
C
3,1
D
31

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Waarde van getallen
Het getal 35 bestaat uit het cijfer 3 en het cijfer 5. 
  • Het cijfer 3 betekent 3 tientallen (dus 30)
  • Het cijfer 5 betekent 5 eenheden (dus 5)
D   H   T   E
            3   5

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Waarde van getallen
Het getal 3928,75 bestaat uit 6 cijfers.
  • Het cijfer 3 betekent 3 duidendtallen (dus 3000)
  • Het cijfer 9 betekent 9 hondertallen (dus 900)
  • Het cijfer 2 betekent 2 tientallen (dus 20)
  • Het cijfer 8 betekent 8 eenheden (dus 8)
  • Het cijfer 7 betekent 7 tienden (dus 0,7)
  • Het cijfer 5 betekent 5 honderdsten (dus 0,05)
D   H   T   E  ,  T   H
3    9    2   8  ,  7   5   

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat is het grootste getal dat je kent?
Grote getallen

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Grote getallen
  • 1
  • 10
  • 100            
  • 1 000
  • 10 000
  • 100 000

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Grote getallen
  • 1
  • 10
  • 100            
  • 1 000
  • 10 000
  • 100 000
= één
= tien
= honderd
= duizend
= tienduizend
= honderdduizend

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Grote getallen
  • 1 000 000
  • 10 000 000
  • 100 000 000            
  • 1 000 000 000
  • 10 000 000 000
  • 100 000 000 000
  • 1 000 000 000 000

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Grote getallen
  • 1 000 000
  • 10 000 000
  • 100 000 000            
  • 1 000 000 000
  • 10 000 000 000
  • 100 000 000 000
  • 1 000 000 000 000
= één miljoen
= tien miljoen
= honderd miljoen
= één miljard
= tien miljard
= honderd miljard
= één biljoen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Welk getal is drieduizend zevenhonderd?
A
7300
B
3070
C
3700
D
7030

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Welk getal is acht miljoen vijfhonderdvierentwintig?
A
8 524 000
B
8 000 524
C
524 800 000
D
8 524

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Hoe spreek je het onderstaande getal uit?
5 090 404
A
Vijf miljoen negentigduizend vierhonderdvier
B
Vijf miljard negenhonderd vier miljoen
C
Vijfduizend negenhonderd vierenveertig
D
Vier miljoen vierhonderdnegentig duizend vijf

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Het grootste getal is?
A
728
B
782

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Het grootste getal is?
A
321
B
312

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Het kleinste getal is?
A
414
B
448

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Het kleinste getal is?
A
1143
B
1234

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel nullen heeft een miljoen?
A
5
B
6
C
7
D
9

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel nullen heeft een biljard?
A
5
B
6
C
10
D
12

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Miljoen
Biljoen
Miljard
Duizend
8000000000000
4000000000
3000
5000000

Slide 43 - Drag question

Leerlingen maak deze sleep vraag.
de vraag is zet het goede getal bij de goede grote. 

Bedenk even voor je zelf als ik 6,2 miljoen als getal heb hoeveel nullen schrijf ik op. 
Welke waarde heeft de 3 in het getal 153.580? (Schrijf op in....tal)

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Als ik per maand € 2000,- loon verdien en het gehele bedrag kan sparen. Na hoeveel maanden heb ik dan 100.000?

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

Groter en kleiner dan


Zoals je in het plaatje kan zien eet pacman het grootste op.

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Vul in <, > of =
43 ..... 34

Slide 47 - Open question

This item has no instructions

Vul in <, > of =
4x5 ...... 60:4

Slide 48 - Open question

This item has no instructions

Het doel van deze les was: waarde van cijfers in getallen aangeven.
Ik heb tijdens deze les....
A
Niets nieuws geleerd, ik wist het allemaal al.
B
Ik kan de waarde van de cijfers nu beter benoemen.
C
Deze leerstof was nieuw voor mij, ik zou graag nog extra willen oefenen.

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions