Elektriciteit Les 8

Welkom, zoek je plek. 
Wat heb je nodig?
- Mapje over Elektriciteit
- Schrift
- Pen/potlood
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom, zoek je plek. 
Wat heb je nodig?
- Mapje over Elektriciteit
- Schrift
- Pen/potlood

Slide 1 - Slide

§2B Elektriciteit in huis

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video


Lees de tekst uit paragraaf 4.6 onder de kopjes:
1. HET OPWEKKEN VAN ELEKTRISCHE ENERGIE
2. VAN DE CENTRALE NAAR HUIS
Maak een tekening van hoe de elektriciteit van de centrale bij je huis terecht komt.

 

Slide 5 - Open question

Meterkast
1. hoofdkabel voor de elektriciteit
2. kWh-meter (slimme meter)
3. hoofdschakelaar
4. aardlekschakelaar
5. zekeringen van de groepen.

Slide 6 - Slide

stoppenkast
zekeringsautomaat (modern)
Groepenkast met zekeringen (stoppen)
.

Slide 7 - Slide

elektriciteitsgroepen 
in het huis

Slide 8 - Slide

installatiekabels
Fasedraad: Dit is de bruine kabel. (levensgevaarlijk)
Nuldraad: Dit is de blauwe kabel. (geen stroom)
Aardedraad: Dit is de geel/groene kabel. 
Deze kabel is voor de veiligheid en is verbonden met de aardlekschakelaar 
Ook hier staat geen elektrische energie op.
Schakeldraad: Dit is meestal een zwarte kabel (soms grijs). De kabel wordt gebruikt bij de schakelaar van een lamp. (samen met de nuldraad)

Slide 9 - Slide

Veiligheid
Zekering= een schakelaar die de stroom van een groep kan afsluiten

Slide 10 - Slide

Gevaren bij elektriciteit
Kortsluiting: Koper van de nuldraad en fasedraad komt tegen elkaar ipv stroom loopt naar het apparaat. 




Overbelasting: Te veel stroom op 1 groep

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Aardlekschakelaar
Samen lezen 

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 5 t/m E35 van paragraaf 2B: elektriciteit in huis

Eerste 10 min in stilte aan het werk

Klaar? Maak de vragen uit deze LessonUp (les 8)
timer
1:00

Slide 14 - Slide

Een zekering detecteert:
A
verliesstroom
B
een te grote stroomsterkte
C
een te grote spanning
D
verliesspanning

Slide 15 - Quiz

Elke groep in huis is beveiligd met een zekering.
Hoe is een zekering met de apparaten in een groep geschakeld?

A
in serie
B
parallel
C
dat verschilt per apparaat

Slide 16 - Quiz

Wat houdt een groep in een meterkast in?
A
Alle stopcontacten in één ruimte
B
Alle aardlekschakelaars in één ruimte
C
Alle zekeringen in één ruimte
D
Alle kabels in één ruimte

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste natuurkundige notatie van: De netspanning is 230 Volt.
A
I = 230 U
B
I = 230 V
C
V = 230 U
D
U = 230 V

Slide 18 - Quiz


Op één groep in huis zitten de volgende apparaten aangesloten en staan ook aan:
een magnetron (3,5 A)
een oven (6 A)
een elektrische kookplaat (3,5 A)
een koffiezetapparaat (1 A)
een waterkoker (1 A)
een vaatwasmachine (3 A)
Wat gebeurd er met de zekering als deze maximaal 16 Ampere aankan?
A
Niets
B
Gaat kapot want stroomsterkte is groter dan 16 A
C
Blijft heel want stroomsterkte is groter dan 16 A
D
Op basis van deze gegevens kun je dit niet zeggen

Slide 19 - Quiz