werkwoordspelling NN H1-H6 les 2

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

A2a
Welkom!

Slide 2 - Slide

Gelukkig, een nieuw jaar!
Een gelukkig nieuw jaar!

Slide 3 - Slide

HERHALING REGELS ONLINE:

1. camera's uit
2. microfoon alleen aan na toestemming van mij
3. vragen in chat of handje opsteken
4. geen respons? --> afwezig

Slide 4 - Slide

PLANNING VANDAAG:
1. Oefeningetjes werkwoordspelling
2. Maken: NN werkwoordspelling:
hfst. 1: Gebiedende wijs
hfst. 2: Vervoeging Engelse werkwoorden
hfst. 3: pv tt -d of -t?
hfst. 4: pv vt
hfst. 5: pv samengestelde zinnen
hfst. 6: pv tt of volt. deelwoord?


Slide 5 - Slide

LEERDOEL:
verbeteren van je werkwoordspelling

Slide 6 - Slide

Gebiedende wijs
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Bindt dit touw vast!
B
Bint dit touw vast!
C
Bintd dit touw vast!
D
Bind dit touw vast!

Slide 7 - Quiz

De gebiedende wijs schrijf je als de 
ik-vorm tegenwoordige tijd:

Wijs op de kaart aan waar India ligt.
Raak je vrienden niet kwijt in die       
   drukte.

Slide 8 - Slide

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

timer
0:15
A
Hij heeft de hele dag gegamed.
B
Hij heeft de hele dag gegamet.
C
Hij heeft de hele dag gegamt.
D
Hij heeft de hele dag gegamd.

Slide 9 - Quiz

Engelse werkwoorden vervoeg je net als Nederlandse zwakke werkwoorden.


In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord maak je het langer of gebruik je ‘t ex-fokschaap. 

mixen - mix - gemixt

gamen - game - gegamed

crowdfunden - crowdfund - gecrowdfund

Slide 10 - Slide

PV tt -d of -t?
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
De schurk beroofdt de oude vrouw.
B
De man verbouwdt zijn huis zelf.
C
De docent raadt je dit boek aan.
D
Morgen meldt je ons aan bij de club.

Slide 11 - Quiz

De pv tt kent maar drie vormen:
de ik-vorm --> aangepaste stam --> loop
de hij-vorm --> aangepaste stam + t --> loopt
de wij-vorm --> hele werkwoord --> lopen

Soms hoor je de -t niet, omdat de aangepaste stam op een -d eindigt, zoals bij branden --> brand

Vervoegen doen we wel hetzelfde
de ik vorm --> aangepaste stam --> brand
de hij vorm --> aangepaste stam + t --> brandt

Slide 12 - Slide

Let op:

Jij geeft (aangepaste stam + t) aandacht aan hem.
Geef (aangepaste stam) jij  aandacht aan hem?

Jij besteedt (aangepaste stam + t) aandacht aan hem.
Besteed (aangepaste stam) jij aandacht aan hem?

Slide 13 - Slide

PV vt
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Gisteren lichtte de media ons in.
B
Gisteren lichtten de media ons in.
C
Gisteren lichte de media ons in.
D
Gisteren lichten de media ons in.

Slide 14 - Quiz

Als in de infinitief één -d- of één -t- staat (bevrijden, verlichten), schrijf je de persoonsvorm verleden tijd (pvvt) met -dde(n) of -tte(n):
 

– De brandweerlieden bevrijdden (pvvt) de automobilist uit zijn auto.

– Tot voor kort verlichtte (pvvt) één schemerlamp mijn hele kamer.

Media is meervoud, dus komt er ook een -n achter.

Slide 15 - Slide

PV samengestelde zinnen
Je kunt wel goed zien dat hij heel erg gek op haar is.
timer
0:15
A
De zin heeft 1 persoonsvorm.
B
De zin heeft 2 persoonsvormen.
C
De zin heeft 3 persoonsvormen.
D
De zin heeft 4 persoonsvormen.

Slide 16 - Quiz

Je kunt wel goed zien dat hij heel erg gek op haar is.

Je kon wel goed zien dat hij heel erg gek op haar was.

Je = onderwerp 
kon = pv

hij = onderwerp
was = pv

Slide 17 - Slide

pv tt of volt. deelwoord?
Kies de juiste schrijfwijze:

timer
0:15
A
Hij belooft mij dat ze niet meer is beheksd.
B
Hij beloofd mij dat ze niet meer is beheksd.
C
Hij beloofd mij dat ze niet meer is behekst.
D
Hij belooft mij dat ze niet meer is behekst.

Slide 18 - Quiz

Soms klinken de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) en het voltooid deelwoord (vd) van een werkwoord hetzelfde: betreurt, verdient (pvtt) en betreurd, verdiend (vd). Dat probleem speelt bij zwakke werkwoorden waarvan de letter voor de uitgang -en niet in ‘t (e) x - f (o) k s ch (aa) p zit: betreuren, verdienen.

Kijk goed of je te maken hebt met een pv of een volt. deelwoord. Gebruik de tijdproef!
Hij verdient. --> hij verdiende = pv
Hij heeft verdiend. --> hij had verdiend = volt. deelw.

Slide 19 - Slide

AANTEKENING:
-studiewijzer
-extra uitleg
-meer voorbeelden

Slide 20 - Slide

AAN DE SLAG:
-kies een hoofdstuk uit NN 1 t/m 6
-geef door via de chat welk hoofdstuk
-maak de opdrachten
-einde van de les controle
-wat niet af is, is huiswerk voor donderdag

Slide 21 - Slide

Bedankt voor de aandacht
Tot donderdag!

Slide 22 - Slide